Aan Ajax!
systeem". Wij plaatsten dit artikel met des te meer vreugde, omdat
het in feite een pleidooi is voor het systeem, waaraan wij onze lange
reeks van successen te danken hebben. Wij zeggen den heer Geu-
deker hartelijk dank en houden ons voor verdere bijdragen ten
zeerste aanbevolen.
Wij hebben in den loop der jaren vele honderden wedstrijden van
Ajax gezien en Ajax leeren kennen als nauwelijks een tweede. We
herinneren ons zelfs het Ajax van Pelser Sr., Kammeyer, v. d. Broeke,
spelende over het Y. We maakten de eerste promotie mee en de inzin
king van de GilissenSwarttouw-ploeg. En vervolgens, tijdens den
vorigen oorlog, het schitterende herstel, de glorieuze ploeg 1916
1918. Sedert dien zijn we op post gebleven en hebben we al die kam
pioenschappen en glorieuze prestaties meegemaakt. We kennen dus
zoo'n beetje de geschiedenis van Ajax. Juist daarom kunnen we ook
eerder over het huidige Ajax oordeelen dan de meeste anderen, die
zich een oordeel aanmatigen dat niet op historie en ervaring berust.
Voor het eerst na lange jaren is Ajax even van het allereerste plan
in Amsterdam verdrongen door haar stadgenoote Blauw-Wit, die al
zoo vele jaren in de schaduw van Ajax stond en nu eindelijk zich
ook eens koesteren mag in de warmende stralen van het succes.
Wij weten en dat is vanzelfsprekend dat de Ajacieden nooit te
veel kunnen krijgen van de sportieve glorie, doch het is ons niettemin
opgevallen, dat men bij Ajax aan Blauw-Wit haar mooie succes tot
dusverre in dit seizoen eerlijk gunt en men er zich zelfs over verheugt.
Dat getuigt van een sportieve tendenz die we ten zeerste waardeeren
en waarmede we Ajax complimenteeren.
Er zijn na de enkele nog zeer onbelangrijke tegenslagen (want Ajax
staat desondanks nog keurig op de derde plaats!) al aanhangers der
club die zich bezorgd maken en die meenen dat het nu langen tijd
met Ajax berg-af zal gaan. Zij voorspellen dat nu de rollen radicaal
omgedraaid zijn en voor Ajax de secundaire rol voor langen tijd
weggelegd is. Wij gelooven daaraan echter niet. Afgezien daarvan,
dat we weten dat Ajax „inwending" tegen een inzinking in de pres
taties zelfs al zou die enkele jaren aanhouden opperbest bestand
is, gelooven we niet aan die inzinking. Zelfs met de huidige ploeg
stel dat deze geoefend kon worden als voorheen met de hoofdploeg
van Ajax steeds geschiedde ware de leidende positie te heroveren,
doch dit seizoen leent zich bij uitstek voor een verjonging van de
ploeg en voor het scheppen van een sterke basis voor hernieuwde
successen. Wij zijn van oordeel, dat dit aan den eminenten coach en
de toch zeker in elk opzicht competente elftal-commissie ten volle
toevertrouwd is. We weten ook maar al te goed, hoe krachtig presi
dent Koolhaas en het geheele bestuurs-aparaat dezen heropbouw
zullen steunen en tenslotte is het onze stellige overtuiging dat in de
huidige generatie bij Ajax voldoende wilskracht en talent, energie
en aanleg schuilen om opnieuw de kampioensvlag in touw te brengen
en een nieuwe periode van succes en glorie te bewerkstelligen.
En nu het oude jaar al afscheid nemen gaat en 1940 al om het
hoekje gluren komt, mogen we dit alles toch wel even in een Nieuw-
jaarswensch samen vatten. Sta pal, Ajacieden, moge 1940 weer een
glorie-jaar worden! J. HOVEN.
124