LIDO- Antwoord aan Jack. DINfRfl75 Blij weer eens iets van je te hooren „Jack", je moet veel méér schrijven, Old-Boy. Ik ben het natuurlijk volmaakt met je eens dat een kampioenschap bij een veertigjarige herdenking niet het aller belangrijkste is, maardan leggen we den specialen nadruk op dat woordje ste. Want belangrijk is een behaald kampioenschap altijd. En wil de naam AJAX synoniem blijven met eerlijk, sportief en vooral „Hersen-voetbal", dan moeten wij steeds blijven streven naar het allerhoogste. Dit behoeft goede vriendschap nooit uit te sluiten, in tegendeel, en ons clublied zegt dit juist zoo treffend: „EEN GOEDE CLUBGEEST ZAL ONS SCHRAGEN". En waar je zelf eenige mooie jeugdherinneringen aanhaalt en van „sterke tweede en derde Ajax- elftallen spreekt", en dit tusschen haakjes ze waren sterk kijk, beste „Jack", dan vaar je toch weer heelemaal in mijn schuitje. Want je zult toch wel niet willen ontkennen dat er vroeger door de „Jonge Garde" geweldig intensief getraind werd, al hadden onze jongere spelers toch eigenlijk een bedroefd schijntje kans om ooit voor het „EERSTE" uit te komen. Want „toen" stonden er voor iedere open gevallen plaats minstens drie reflectanten direct klaar, en levendig herinner ik me nog de ontsteltenis van een Feyenoord-bestuurslid toen hij me vroeg hoe Ajax dien dag wel uitkwam. Wel, zei ik, we hebben helaas drie invallers. „Verdwas zijn bescheid, dan mo gen we heelemaal wel oppassen." Want training is bij Ajax nooit een factor geweest die werd verwaarloosd, en nu juist den laatsten tijd is dit ons zorgenkindje. En al leven we dan ook momenteel in den tijd van de „Nood-competitie", tegen verslapping moeten we met alle macht waken. Er zijn bij Ajax diverse jonge spelers „met onmis kenbaar voetbal-talent", die helaas denken dat als ze dat Ajax-jersey maar aantrekken, de benoodigde snelheid, ausdauer, schotvaardig heid, etc. etc. gelijktijdig mee worden aangegord. Dit is natuurlijk een „fata-morgana", maar op welke manier deze jongelui tot een geregelde training te bewegen, kijk „Jack", daar zit ik een beetje mee. Maar misschien weet jij er iets op, ofandere Ajacieden die dit lezen. Maar dat het in Maart a.s. toch wel leuke dagen kunnen worden, „ook zonder kampioenschap", kijk old-shatterhand, dat ben ik vol maakt met je eens, en ik reken er dan ook stellig op een „Bottle" met het „Buitenmannetje" te ledigen, op den voortdurenden bloei van ons geliefd Rood-Wit. J. S. 139

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1939 | | pagina 19