St. Nicolaas bij de Kustwacht. Tenslotte nog iets anders. Toen ik Vrijdagmorgen oudergewoonte naar het A.N.P. zat ie luisteren, hoorde ik na een heele reeks van schokkende feiten op internationaal gebied het binnenlandsch be richt, dat Willem Anderiessen (wat gek klonk dat „Willem") aan den K.N.V.B. en aan „Ajax" had medegedeeld: zijn loopbaan als voetballer te hebben beëindigd. Dat is nu echt Anderiessen. Geen officieel aange kondigde afscheidswedstrijd met kransen en bloemen en tam tam in de kranten, maar onverwacht een briefje met de boodschap: „Ik acht mijn tijd gekomen en scheid er mee uit; maakt U verder voor mij geen moeite", 'n Fijne kerel, die mij altijd geïmponeerd heeft door zijn groote bescheidenheid, ondanks z'n schitterenden staat van dienst en den lof, die hem zoo vele jaren van alle kanten is toegezwaaid. Het is te hopen, dat Anderiessen zich niet geheel uit de voetbalbeweging terug zal trekken en hij bereid zal zijn het opkomende geslacht te laten profiteeren van zijn groote spelkennis en zijn rijke ervaring. En hierbij, vrienden, moet ik het weer laten. M'n blaadje is vol. Tot volgenden keer! Bye bye! VOORNE VAN PUTTEN. Hallo, hallo, hier Marine-kustwacht, post Zanddijk op golflengte 6 Dec. frisch uitgeslapen na een prettig St. Nicolaasfeest. We had den besloten om er een gezelligen avond van te maken. Onze keurige houten „villa" heeft normaal 20 lawaaimakers, maar er waren er 8 met verlof, 6 jannen moesten wacht kloppen, van 18 tot 24 uur, afwis selend boven op het duin, scherp uitkijkend over zee en naar de lucht, of beneden in de centrale, een klein huisje met vele telefoonverbin dingen. Er waren dus 6 kustwachters om trouw te bewijzen aan den Sint. We hebben een gezellig ingericht verblijf met veel vrouwelijk schoon, opgehangen aan den muur. Niet kwaad worden, dames, het waren maar foto's uit „de Lach"; anders zouden ze het flink koud hebben gehad, ondanks de behaaglijk snorrende kachel. De wind gierde door de duinen, het deerde ons niet. De radio overstemde met pittige liedjes het eeuwig bruisen der Noordzee. Het was 8 uur onge veer en we zaten gezellig chocolademelk te drinken. Plotseling werd op de deur gebonsd en daar was de goede Sint, natuurlijk weer in het bekende Rood-Wit, gevolgd door een soort Joe Louis. Onze post- commandant, een prettige baas, begeleidde de heeren. De Sint droeg behalve z'n mijter, een kruikje, dat hij angstvallig dicht bij zich hield. Ja, die Spanjaarden lusten ook wel een bolsie. Die ouwe baas had ook een kwartier door de duinen moeten loopen. De Sint scheen vóór z'n hooge ambt als bisschop vroeger ook kustwachter geweest te zijn. Hij mompelde tenminste in z'n baard eenige onvervalschte ma rinetermen. „We maften toch nooit op de hondenwacht?", vroeg ie. Intusschen moest zijn prachtige roode mantel even gemaakt worden, met wat gluton, want er zaten zulke scheuren in dat zelfs het blauw wit van z'n frokkie er doorschemerde. Black Peter was verdiept in Josephine Baker, die „ergens" in de kamer aan den wand hangt. „Sta niet zoo te suffen, maat," zei de Sint, „geef me maar dien grooten zak eens aan." Voor ieder was er wat. Aangenaam werd ik verrast met een pakje van Ajax. Het doet je werkelijk goed, te weten, dat de club je niet vergeet. Rood-Wit heeft op de Zanddijk-rimboe weer nieuwe vrienden gemaakt. Zelfs een verwoed K.F.C.-supporter, die Ajax niet kan luchten, vanwege den afgesnoepten kampioenstitel gaf toe, dat het een „faine club" is. Ajacieden, hartelijk bedankt voor de goede zorgen. Het was ongeveer 10 uur toen we in de kooi doken, want we hadden de hondenwacht. Good luck! AJAX MOBILISANT. 132

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1939 | | pagina 12