De nieuwe regel omtrent het
aanvallen.
De oud-scheidsrechter van den K.N.V.B. en stellig de eerste auto
riteit omtrent de spelregels in Nederland.zij het dan geen offi-
cieele instantie! heeft een uitvoerige en duidelijke definitie gegeven
van de gewijzigde spelregels.
Het is voor het groote publiek, dat de tribunes bevolkt, ook wel
eens heilzaam om nota te nemen van de belangrijke wijziging in den
spelregel, die „het aanvallen" behandelt. Vandaar dat wij ons ver
oorloven het artikel van den heer Groothoff hier te laten volgen:
Het aanvallen.
De nieuwe regel omtrent het aanvallen luidt: „Een speler moet
gestraft wordt, indien hij opzettelijk:
Een tegenstander op ruwe of gevaarlijke wijze aanvalt, of een
tegenstander van achteren aanvalt, tenzij deze hem met opzet hindert.
N.B. Het is niet de bedoeling elk aanvallen te bestraffen; het is
toelaatbaar, zoolang het naar het oordeel van den scheidsrechter
eerlijk is en geschiedt, wanneer de bal zich bevindt binnen het be
reik van de betrokken spelers, terwijl zij pogen dezen te spelen.
Alleen de noot is nieuw, de rest is geheel bij het oude gebleven.
Men zal zich afvragen, waarom een zoo belangrijke wijziging van
den regel door een noot moest worden ingevoerd. Het antwoord
hierop is, dat in Engeland de opvatting omtrent aanvallen altijd
vrijwel zóó geweest is, als thans in de noot aangegeven. De fout
was, dat men die opvatting nooit in het spelreglement heeft vast
gelegd. Dat dit thans is geschied, komt voornamelijk, doordat er heel
wat Engelsche scheidsrechters waren, die den regel wèl toepasten
buiten het strafschopgebied, doch die van meening waren, dat de
achterspelers wat meer vrijheid hadden en derhalve ook een tegen
stander mochten aanvallen om hem te beletten in het bezit van den
bal te komen, zoodat ze den regel niet toepasten binnen het straf
schopgebied. Om aan deze opvatting een einde te maken en er dus
voor te zorgen, dat de reeds bestaande opvatting op het geheele
veld zou worden toegepast, heeft men de noot in het reglement
opgenomen.
Uit de nieuwe redactie blijft duidelijk, dat aanvallen alleen geoor
loofd is, indien het gaat in een strijd om den bal. Is de bal derhalve
niet binnen het bereid van de beide spelers derhalve van den
aanvaller en den aangevallene dan is de aanvaller in overtreding.
Het is niet voldoende, dat de ba] in de nabijheid van de spelers is,
doch het moet ook duidelijk zijn, dat beide spelers trachten den bal
te spelen. Om dat nog scherper te doen uitkomen heeft de Internatio
nal Board in zijn jongste vergadering zelfs nog iets toegevoegd,
waardoor het slotgedeelte zou luiden: „dat beide spelers bepaald
trachten den bal te spelen."
Doordat deze aanvulling te laat in het bezit van onze spelregel
commissie kwam, is zij niet in het nieuwe reglement opgenomen.
Ik doe er dan ook slechts mededeeling van, om duidelijk te laten
uitkomen, dat de poging van beide spelers om den bal te spelen, de
strijd om den bal derhalve, de eenige voorwaarde is, waaronder
„aanvallen" dat overigens eerlijk en niet ruw of gevaarlijk moet
zijn mag worden toegelaten. Elk aanvallen, dat derhalve niet sa
mengaat met den strijd om den bal, is verboden.
Een uitzondering op dezen regel is, dat een speler een tegenstander
in den rug mag aanvallen, indien die tegenstander hem hindert, hoe
dwaas dat eigenlijk lijkt. Deze uitzondering was echter gewenscht,
102