Clubleven.
Voor onze gehuwde Leden en Donateurs.
Aangekomen een pariijije wit
en zwart naaigaren. (Brooks)
Vrijdagavond a.s. in Suisse.
(ieder Lid niet meer dan drie klossen a 15 cl.)
Onder de vele vragen, welke zich in deze dagen aan ons opdringen
en waarop wij vaak het antwoord schuldig moeten blijven is gelukkig
niet de vraag of wij ons aan ons clubleven moeten blijven wijden;
want hierop is reeds zeer beslist het antwoord klaar: „Dit móet
doorgaan".
Juist nu kan ons clubleven bewijzen of wij iets voor elkaar kunnen
zijn. En dat kunnen wij ontegenzeggelijk.
Vooreerst zal ons samenzijn op het sportveld ruimte geven aan
onze gespannen gedachten, waarin wij dagelijks door de wereldge
beurtenissen gebracht worden. Ruimte dus, overschakeling in een
sfeer van frisch sportleven.
In dit opzicht zijn de omstandigheden ons gunstig gebleven; wij
kunnen naar ons stadion en naar onze clubavonden gaan, beide gele
genheden bieden een samentreffen als weleer en het is met nadruk,
dat wij allen, die hiertoe in staat zijn, opwekken om door hun aan
wezigheid een prettig clubleven mogelijk te maken. Op het sportveld
beoefenen wij de sport en in de soos praten wij over de sport. Zoo
dóende, betrachten wij het nuttige aan het aangename te paren en
daardoor voor een oogenblik een zorgenloos bestaan te leiden.
Er is echter onder onze clubvrienden een categorie, waarvoor de
vreugde van het clubleven voor het oogenblik onbereikbaar is. Zij,
n.l. de gemobiliseerden, verkeeren in dié omstandigheden, dat het hun
slechts van tijd tot tijd mogelijk is temidden van ons te vertoeven, om
dan verder na terugkeer in hun standplaatsen een eentonig bestaan
voor te zetten. Bij ondervinding weten wij hoe in zulke omstandig
heden de gedachten naar huis en vrienden getrokken worden.
De aantrekkelijkheid tot hetgeen voor het oogenblik onbereikbaar is,
wordt sterker, naarmate het niet te verwezenlijken is en daarom voe
len wij zoo mede, wat er in onze Ajax-vrienden omgaan moet, wan
neer zij aan de prettige uren van clubverband denken.
Maar omgekeerd kunnen wij, die thans het burger niet voor het
militair behoefden of behoeven te verwisselen, onze minder gelukkige
clubvrienden niet vergeten en het lijkt ons mogelijk ons gevoel van
onze verbondenheid tot uiting te brengen door b.v. maandelijks een
pakket aan onze gemobiliseerden te zenden. De kosten mogen geen
bezwaar zijn, met onze 1000 leden en donateurs kunnen wij ons ver
binden door b.v. maandelijks één kwartje af te dragen. De organisatie
is mogelijk een prachtigen taak voor de commissie voor de club
avonden en zoo zou het mogelijk zijn onzen jongens maandelijks een
bewijs te geven, van ons aller verbondenheid in de groote Ajax-
familie.
Op die wijze kunnen wij ook iets voor elkaar zijn en blijven, ter
versterking van eikaars- en Ajax-krachten. d. J.
60