MOMENTEN, gezien door Veteraan
Training.
Augustus. De training begint.
Glanzend groen voor smetloo-
ze doelen. Stoeiende veulens, die
het land van blanke beloften be
rennen, in overmoed van jeugd en
kracht. Twee domineerende figu
ren: Jack Reynolds en Wim Ande-
riesen. Twee leidende gedachten:
Orde en Ervaring. Twee elementen:
de veeleischende speler die dient,
en de dienende trainer die eischt.
Jack en Wim, zij kennen elkaar, zij
kennen het vak en zij kennen de
drift van hun kudde. Zij beheer-
schen, in éénheid van tegenstellin
gen, het onstuimige jonge bloed,
dat zijn rechten krijgt in het kader
van technische plichten. Wim en
Jack, ieder voor zich en samen
voor Ajax, goed voor het zoo-
veelste kampioenschap
Wim en Wimpie.
Het spel is begonnen. Anderiesen,
met zijn zes-en-dertig jaren,
doet het met het élan van twee
knapen van achttien en met de
routine, die het monopolie is des
veteraans. Nog altijd safe als de
N ederlandsche Bank. Hoe lang
nog? Nog héél lang! En daarom
moet zijn opvolger ook niet ge
zocht worden onder deze genera
tie. Schubert, Klein, Potharst of
Beumer? Mis! Wim zal zijn plaats
ruimenvoor Wimpie, die onlangs
„ergens op het zand" de baker
mat van vele kleinen, die groot
werden zijn eerste „echte match"
heeft gespeeld. Dat moment herin
neren we ons allemaal.
En wat was je? vroeg vader
Willem in zwellende trots.
Natuurlijk spil! zei Wimpie,
want ik ben toch Anderiesen.
O, zoo!
Critiek.
T ack is van ruiger formaat. Zijn
voetbalhart kent geen zwakheid
en zijn mond geen slot.
Ballen hier, eerst sprinten.
Ja maar, we zouden
Hier zullen we alleen. Klaar?
- (klap) - af!
Ga eens naast hem zitten tijdens
een wedstrijd, en ge zult begrijpen
waarom een egel niet aaien kan.
Er wordt een corner achter ge
plaatst.
Laat ik 'm er Donderdag 20
goed nemen en nou verslikt de
ezel zich in de 21-ste, constateert
Jack met pennen als bajonetten.
Maar we zijn nu op trainings
avond. Zoolang alles naar zijn zin
gaat, bromt Jack als een beer die
Reynolds
honing proeft, maar dat brommen
wordt gromimen om (met alle
respect voor de persoon van onzen
trainer) niet te zeggen: Knorren
van een populair stekelvarken
zoodra er fouten worden gemaakt.
Een zelfzuchtige binnenspeler schiet
op doel:
Nee jong, in die positie hadt
je moeten trekken, luidt het korre
lig commentaar op een afkeurend
fluitsignaal.
De zondaar belooft beterschap
en geeft een kwartier later een su-
bliemen trekbal:
Gebruik je hersens toch, want
nou hadt je-moeten schieten! cor
rigeert Jack meedoogenloos.
Voetbal is niet zoo eenvoudig.
In de avondschemering goochelt
een halfback, die verliefd .is op den
bal, als een fakir, die geen afstand
kan doen van zijn geheimen.
8