Rust. Blakerend in den zonneschijn ligt het Ajaxstadion. Het is er dood stil en niets is er meer te bespeuren van de gebeurtenissen, die zich daar (het is slechts een paar weken geleden) hebben afge speeld. Want.... er is rust! Ja, eindelijk, rust! Nu zijn er geen voet ballers meer, die met hun voetbalkoffertjes in de kleedkamers ver dwijnen om daarna eens een fijn partijtje te „sjouwen". Neen, slechts de honkballers en cricketers ziet men er zoo nu en dan eens, maar voor de rest heerscht er rust, d.w.z. voetbalrust. Toen de scheidsrechter het eindsignaal van den wedstrijd Ajax Eindhoven liet hooren, zullen er maar weinigen aan gedacht hebben, dat hij daarmede tevens een einde maakte aan het voor Ajax zoo succesvolle voetbalseizoen 1938/1939. Maar ongetwijfeld zullen de spelers van die vijf kampioensploegen wel een zucht van verlichting hebben geslaakt: ze konden eindelijk rust nemen. Het was echter alleen maar voetbalrust, die hen gegund was, want het reeds ge vorderde cricket- en honkbalseizoen legde dadelijk weer beslag op velen der spelers. Het was dan ook weer een ouderwetsch lang seizoen. Bijna tien maanden zijn ze in touw geweest, ze hebben gedurende dien tijd iederen Zondag moeten opofferen en ze hebben zich zoo lang moeten onderwerpen aan de strenge regels der intensieve training. Kortom: ze stelden zich bijna tien maanden volkomen in dienst van den in ons land zoo populairen Koning Voetbal. Ze deden het echter steeds met veel toewijding, al moet men toegeven, dat dit keer wel wat veel van die toewijding gevergd is. Doch we moeten geen oude koeien uit den sloot halen, want zooals gezegd: ze genieten nu van hun welverdiende voetbalrust, die, in tegenstelling met het seizoen, maar heel kort is, n.l.: anderhalve maand. En dan? Ja, dan eischt de training ze weer op. Op 8 Augustus komen ze weer samen en dan neemt het stadion zoo langzamerhand weer de aspecten aan van het winterseizoen. Ze trappen zoo rustig tegen het bruine monster (zij het in het begin natuurlijk wel een beetje onwennig), alsof er heelemaal geen rust geweest is. Zoo gaat dat door: het eene jaar na het andere. Spelers komen en gaan. Ze wor den gevierd, geëerd, gehuldigd en dan, na verloop van tijd, is het uit. Hun tijd is voorbij. Ze hangen hun voetbalschoenen aan de wil gen, hetgeen door iedereen betreurd wordt, maar och, dat duurt zoo kort, want andere spelers komen en dezen zijn misschien nog beter dan de vorige en die „oudjes" worden vergeten. Maar juist die „oudjes" hunkeren naar het nieuwe seizoen en ze kunnen zich dan niet voorstellen, dat ze vroeger, in h u n glorietijd, wel eens verlangd hebben naar een wat langere rust. Maar ook de supporters zien met verlangen uit naar den derden of vierden Zondag in September, want dan openen de deuren van het stadion zich weer, dan davert weer een juichkreet langs de velden en we genieten weer van het spel „vol frisch bekoren", dat ons eerste ten beste geeft na een welverdiende en goedbestede rust. Iedereen is tevreden, wanthet is weer de tijd van KONING VOETBAL. Begin Augustus 1939. D. C. tournooi danken! notabene als „oude rommel" voor een zacht prijsje van de hand heeft gedaan. Daar helpt geen duiken, geen foto en geen wandelen aan. Maar de fout is gelukkig niet onherstelbaar. Zie „Correspondentie" onder Momenten in dit nummer. VETERAAN. 7

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1939 | | pagina 7