Leerrijke Jiu-jitsu demonstratie. Donderdag 10 Aug. j.l. had op verzoek van ons lid, den Heer Westenberg, op ons veld een demonstratie plaats van Jiu-jitsu, ge demonstreerd door den Heer Fischer. Deze demonstratie had alleen ten doel aan te toonen, dat men door oefening de kunst machtig kan worden om op een bepaalde manier te vallen. Het was zeer jammer, dat alleen de spelers van Ajax 1 en 2 aan wezig waren. De heer Fischer liet ons zien, dat het door training mogelijk is te weten wanneer men ten val komt hoe men moet vallen, m.a.w. hoe men zich niet bezeeren kan bij een valpartij; tevens liet hij daarbij de snelste wijze zien om weer op den been te komen. Na deze demonstratie kregen we diverse jiu-jitsu grepen en -worpen te zien, alles met het doel een aanvaller niet bij voet bal natuurlijk terstond onschadelijk te maken. Persoonlijk had ik altijd gedacht, dat men in dezen tak van sport zijn tegenstander steeds op de snelste wijze een arm of been uit moest draaien. Door deze demonstratie ben ik echter tot geheel andere gedachten gekomen, want duidelijk werd bewezen, dat jiu jitsu voor iederen tak van sport een zeer goede training is. Want het is niet alleen de kunst om te vallen, die men hierdoor kan leeren, doch ook het vlugge reageeren op iedere handeling. Op verzoek van ondergeteekende heeft de heer Fischer zich bereid verklaard op Woensdag 30 Aug., 's avonds om 8 uur, in ons trainings lokaal op het Ajax-terrein nogmaals een dergelijke demonstratie te geven, waarbij alle adspiranten, junioren en anderen, die niet op 10 Aug. aanwezig waren, welkom zijn. Wij vertrouwen er dan ook op, dat er zeer velen bij deze ongetwijfeld nuttige demonstratie aan wezig zullen zijn. A. DE WIT. zooals die trouwens op elk gebied kunst, economie, enz. voor komen. Uit het feit alleen, dat zij afwijken, mag niet geconcludeerd worden tot ondeskundigheid. „Wie aan den weg timmert, heeft veel bekijks", zegt een goed Hol- landsch spreekwoord en wie dus „in het publiek" gaat voetballen, staat aan de critiek van dat publiek.... en van de pers, bloot. Voor wien daar niet tegen kan, is dat natuurlijk erg jammer, maar men kan daar de pers moeilijk een verwijt van maken, evenmin als het publiek, dat betaalt. Aan dat laatste denkt de hierboven schrijvende speler ook onvol doende als hij zegt, dat „de sportpers niet uit het oog moet ver liezen, dat wij hier in Holland nog steeds voor ons genoegen voet ballen". Dit is toch slechts gedeeltelijk waar, want van het moment af, dat er betalend publiek toegelaten werd op de velden, speelt de speler niet uitsluitend meer voor zijn genoegen, doch ook voor dat publiek. Of denkt hij soms, dat hij voor zijn paar gulden contributie per jaar in zulk een stadion, op zoo'n terrein met zulk een accomo- datie enz. enz. kan spelen? Daarvoor is het publiek een onontbeer lijke factor. In ruil daarvoor komt de critiek, soms de toejuiching, de beoordeeling. Als daarbij jonge spelers, doordat zij plankenkoorts hebben of nog niet in het tempo kunnen meekomen, in hun opkomst belemmerd worden, is stellig te betreuren. Echter wat werkelijk goed is, komt er toch wel! En overigens ik ben ervan overtuigd, dat de goede journalist in de meeste gevallen wel rekening houdt met debuut of jeugd. Wie dat niet doet, is een slecht journalist en die zijn er ook, bijna zoo veel als slechte voetballers. GEUDEKER. 21

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1939 | | pagina 21