LIDO-
ÊMNiRfl.75
H et is in het bovenstaande artikeltje voor het eerst, dat ik hoor
van een „verhouding", die er zou bestaan tusschen spelers en de
sportpers. Mij was daarvan tot dusverre niets bekend. Waarschijnlijk
wordt echter bedoeld: de meening van de spelers over de sportpers
en als ik dan den hierboven schrijvenden speler als specimen van
„de spelers" in het algemeen mag nemen, dan komen wij de sport
pers er niet best af.
door publiek niet in zijn spel kon komen. Het gebeurt eveneens, dat
de pers een debutant direct na zijn eersten wedstrijd in de hoogte
steekt, met het funeste gevolg,, dat zoo'n jongmensch door zijn ver
waandheid dikwijls vervangen moet worden, zulks in het belang der
vereeniging.
Een ander voorbeeld is het geval Wim Anderiesen, die in het
begin van zijn internationale loopbaan bij de sportpers geen goed
kon doen, maar thans nu Wim een jaar of tien ouder is en zeker
niet beter speelt dan vroeger bestaat er geen betere midhalf
dan hij.
Ik zou den sportredacteuren willen verzoeken overbodige critiek,
vooral over debutanten, achterwege te laten, daar nagenoeg iedere
eerste klasse-vereeniging in het bezit is van een uitstekenden trainer
en kundige clubmenschen, oud-spelers, die een speler op de ge
maakte fouten, die hij bij zijn debuut gemaakt heeft, kunnen wijzen.
Dat is voor den persoon in kwestie en voor zijn vereeniging van
veel meer belang, dan dat Jan en alleman in de verslagen leest,
dat hij faalde.
Tenslotte zou ik er de sportpers op willen wijzen, dat zij niet uit
het oog moet verliezen, dat wij hier in Holland nog steeds voor ons
genoegen voetballen. „EEN SPELER".
Het zij zoo!
Slechts zij mij vergund op te merken, dat de voetballer zich wel
een oordeel over den schrijver veroorlooft, terwijl hij zulks blijkbaar
niet duldt van den schrijver over den voetballer. Toch meen ik in
alle bescheidenheid, dat wij meer begrip van voetbal bezitten dan
zij van schrijven
Intusschen dat de spelers niet al te veel waarde hechten aan de
spelbeoordeeling van de sportjournalisten, is natuurlijk niet juist.
Dat geldt alleen voor die verslagen, waarin zij of hun club ongun
stig beoordeeld worden.
En dat de beoordeelingen dikwijls zoo sterk afwijken tja, over
smaak valt nu eenmaal niet te twisten. De een houdt van de moeder
en de ander van de dochter en er zijn er zelfs, die van allebei
houden.
Zoo zal het ook met die spel-beoordeelingen wel gaan.- de een
houdt van elegant kort spel, de ander van forsch open spel, een
derde wordt alleen geïmponeerd door de doelpunten. Met ettelijke
variaties. Op deze wijze ontstaan natuurlijk de afwijkende verslagen,
20