11 is steeds
Voetbal en de sportpers.
ELKA
indiencUeen
12.50.
'draagt.
Op pagina 322 van no. 12 van ons clubblad kondigden wij een
enquête aan, die wij onder het motto: „Voetbal en de Nederlandsche
sportpers" zouden voeren. Wij waren op dit idee gekomen, omdat we
aan verschillende uitingen van spelers en officials gemerkt hadden,
dat er zoo af en toe nogal eens grieven tegen de sportpers waren.
Deze uit den weg te ruimen, dit althans zooveel mogelijk te trachten,
is het doel dezer enquête.
Tot nu toe hebben wij slechts één antwoord ontvangen, hetwelk
wij hieronder laten volgen. Wij zeiden toe te probeeren op alle der
gelijke ingezonden artikelen eenig commentaar van een Amster
dams sportjournalist te krijgen; als eerste hebben wij gevraagd den
voorzitter der Amsterdamsche Sportpers, ons lid en oud-redacteur
van ons clubblad Kick Geudeker, die zoo vriendelijk was terstond
aan ons verzoek te voldoen.
Hiermede voldoe ik gaarne aan Uw oproep, vermeld in ons laatste
blad, om mijn meening weer te geven over de heerschende verhou
ding tusschen spelers eenerzijds en sportpers anderzijds. In het al
gemeen hechten spelers niet ai te veel waarde aan de spelbeoor-
deeling der sportjournalisten. Bij het lezen van verslagen in de sport-
rubrieken zal men vaak tot de ontdekking komen, dat de wedstrijd
volgens den eenen verslaggever zeer goed, maar volgens den ander
het aankijken nauwelijks waard was. In het eene verslag wordt
speler X. weer geheel de oude genoemd, terwijl het andere verslag
een precies tegenovergestelde meening weergeeft.
De reden voor deze afwijkende verslagen moet m.i. gezocht worden
in het feit, dat verschillende sportjournalisten het spel te weinig aan
voelen, m.a.w. de meesten hebben zelf niet gespeeld en kunnen dan
vaak niet voldoende de gevolgen van gladheid en oneffenheid van
het veld, het gewicht van den bal en niet te vergeten de weersge
steldheid beoordeelen, alle factoren, die dan ook niet in de critiek
verwerkt worden.
Verder ergert het mij vaak, dat een jeugdig speler, die voor den
eersten keer medespeelt in het eerste elftal van zijn vereeniging en
inderdaad niet voldoet wat ook niet te verwonderen is, gezien
het groote verschil in tempo tusschen eerste klas K.N.V.B.-voetbal
en dat der lagere elftallen dikwijls dusdanig afgemaakt wordt
in de pers, dat zoo iemand, die toch werkelijk capaciteiten heeft,
zóó gedeprimeerd wordt, dat hij zijn zelfvertrouwen kwijtraakt,
angst krijgt voor publiek om niet te schrijven pers en ook in
volgende wedstrijden daardoor faalt. Een teekenend voorbeeld hier
van is ons oud-lid George Koning, die in het tweede elftal altijd uit
blonk, maar in het eerste niet voldeed, daar hij én door pers én
KALVE!?STRAAT.206.AM5TERDAM
19