Ongeëvenaarde prestaties
van drie Ajacieden.
0 Het behalen van het zevende landskampioenschap is natuurlijk
voor onze geheele vereeniging een feit van beteekenis geweest,
maar voor drie spelers in het bijzonder was het meer dan dat. Im
mers, Wim Anderiesen, Piet van Reenen en Jan Schubert brachten
hierdoor een welhaast niet
te verbeteren record op
hun naam, want dit kam
pioenschap was voor hen
reeds het vijfde, dat zij
mede hielpen bevechten.
Beseft men feitelijk wel
goed, wat dit beteekent?
Hoevele spelers zijn er niet
in Nederland, wier grootste
wensch het is nog eens
eenmaal deel uit te maken
van het clubelftal, dat kam
pioen van Nederland wordt!
En dan hebben wij maar
liefst drie spelers in ons
midden, die dit heugelijke
feit reeds voor de vijfde
maal meemaken!
Eigenlijk is het allemaal
zoo vanzelf gegaan, heeft
men er dus geen erg in ge
had, wat het beteekent, dat
deze spelers zich in al die
jaren zóó hebben kunnen
handhaven. Week in, week
uit hebben zij zich geheel
voor de voetbalsport in het
algemeen, en voor Ajax in het bijzonder moeten geven en steeds met
het doel voor oogen kampioen te worden. Want al is een kampioen
schap heusch niet het hoogste en mooiste doel in het leven van een
sportman, om er naar te verlangen dat te behalen is een uiting van
een sportieve eerzucht, die een ieder moet bezitten om in staat te
zijn het beste te geven, wat in hem is. En dat heeft dit trio dit
record-driemanschap in den langen loop der jaren altijd gedaan.
Want al heeft de critiek in het algemeen ook hen niet gespaard
hooge boomen vangen nu eenmaal veel wind men heeft toch nooit
van hen kunnen zeggen, dat zij niet steeds getracht hebben er het
beste van te maken.
En hoe begrijpelijk zou het overigens geweest zijn, indien zij
312