Bij hei heengaan van Jan Hommes
Juist voor het afdrukken van dit blad komt ons de ontstel
lende tijding ter oore, dat ons lid
J. HOMMES
Woensdag 26 dezer in den vroegen morgen is overleden.
Wij geven met diep leedwezen kennis van het verscheiden
van ons veler vriend en wenschen mevrouw en mejuffrouw
Hommes de kracht toe om dit verlies te kunnen dragen. Dat
hij in vrede moge rusten.
De begrafenis zal plaats vinden op Zaterdag a.s. te één uur
op de Ooster Begraafplaats.
hoop ik de kracht te kunnen vinden om uitdrukking te kunnen geven,
wat het beteekent een vriend te hebben verloren en wat het betee-
kent, voor een vereeniging als „Ajax", een figuur als Jan te moeten
verliezen.
Was hij dan zoo'n bijzondere figuur? Trad hij dan zoo op den
voorgrond? Heeft hij z'n club, 't zij organisatorisch of sportief, ge
diend?.... Wat zou 't toch zijn?
Ik weet het.... hij was een bijzondere figuur, hij was bezield met
waren clubgeest, hij was bereid te dienen, hij was steeds waar-
deerend voor het goede werk van anderen, hij was een eerlijk club
vriend.
Wat wij ouderen (de Schoevaarts e.a.) uit het schoolclubje V.I.O.S.
40 jaar geleden in het Oosterpark, nu in hem verliezen, is moeilijk
onder woorden te brengen.er is een leegte....
Maar er blijft een schoone droom, waarin jij, Jan, steeds zal
blijven voortleven. Dat is de sport en de vriendschap, welke wij von
den en waarjn wij naast de beslommeringen van het dagelijksch
leven, de kracht vonden voor lichaam en geest.
DAAN ROODENBURGH.
Helaas zijn ook in onze voetbalwereld vele omstandigheden oor
zaak, dat vriendschapsbanden losser worden en zelfs verloren kun
nen gaan. Vaak zijn het kleine oorzaken en vele misverstanden,
welke een verwijdering doen ontstaan. Animositeit en clubchauvinis-
me spelen in den regel een groote rol en het merkwaardige in het
clubleven is dikwijls, dat de spelers in het veld en de bestuurders
der voetbalvereenigingen de beste sportvrienden zijn, doch dat de
aanhang een zekere animositeit teweeg brengt, welke zich uit in
minder vleiende tribunetaai.
Er kan daarom niet genoeg gewezen worden hoe funest een on
gezond chauvinisme voor de sport in het algemeen is. Ook tusschen
de aloude sportverbindingen van A.F.C. en ons was door bovenaan
gehaalde oorzaken en vele misvattingen een verkoeling ontstaan,
die niet langer bestendigd mocht blijven en het strekt den heer Gé
Bosch, eerelid van A.F.C. en oud-lid van Ajax, tot eer, dat hij het
initiatief genomen heeft tot het bijeenroepen van de beide besturen,
op welke bijeenkomst zeer openhartig gesproken is en waarvan het
resultaat geleid heeft tot volledige opheldering.
Gaarne onderschrijven wij de woorden van A.F.C.'s voorzitter
Galavazi: „Willen wij de wereld verbeteren, dan dienen wij bij ons
zelf te beginnen en zeker in de sportwereld." Wij danken den heer
Bosch voor zijn bemoeiingen en hopen, dat thans de nieuw gesloten
vriendschap zich zal verbreeden en verdiepen, want juist in de sport
wereld hebben wij elkander noodig. d. J.