Club- en inierclubleven.
Met groote vreugde mogen wij hier nog eens terug komen op het
behaalde succes na een seizoen van opgewekt clubleven, hetwelk
zijn bekroning vond in een hernieuwd kampioenschap van Neder
land. Nog sterk onder den indruk van de huldiging van ons eerste
elftal na den wedstrijd AjaxEindhoven en de huldiging door vele
instanties en bevriende zusterclubs op de in ons clublokaal gehou
den receptie, mogen wij gewagen van een prachtig resultaat, dat de
eerste elftalspelers wederom voor onze vereeniging hebben behaald.
Het feit verdient temeer waardeering, omdat het verkregen werd na
een schijnbare kanslooze eerste helft van de competitie. Het pleit
voor de kracht en den sterken wil en mede voor het groote saam-
hoorigheidsgevoel, dat wij zoo gaarne propageeren, van onze spelers
om de kleine kans nog te benutten.
Het is het lichtend voorbeeld, ook al is het maar sport en geen
levenskwestie, wat wilskracht en volharding in volledige samen
werking kunnen volbrengen. Het is de geest en de volledige concen
tratie op het „wat je doet, doe het goed" om te bereiken wat bereikt
kan worden. Het is de vervulling van den innigsten wensch des
sportmans, die in sport zijn ontspanning zoekt en het ook in de sport
weet te vinden. Het is tenslotte de geest, die hem vaardig houdt ook
den tegenslag met opgewektheid te kunnen dragen.
Gesterkt door het algeheele medeleven van de vereeniging heeft
Wim Anderiesen zijn ploeg weten te bezielen op een wijze, die on-
getwijféld haar wisselwerking zal hebben op alle lagere elftallen;
hiervoor zij hem openlijk dank gebracht. Juist nu, nu wij op het
punt staan ons op te maken voor de viering van ons veertigjarig
jubileum, is dit behaalde kampioenschap een stimulans, om een
drachtig onzen weg te vervolgen en allen onze uiterste best te doen
om den dag van 18 Maart 1940 tot een onvergetelijken datum in de
geschiedenis van Ajax te maken.
Een nieuw seizoen staat voor de deur, reeds zijn voor de komende
maand de oefendagen vastgesteld. Laat ons allen, vanaf het eerste
oogenblik, geconcentreerd zijn op het groote doel, dat ons gespan
nen houdt, laat ons strijden voor de eer van de club, maar laat het
vóór alles zijn een strijd, waarin de spo'rtiviteit overheerscht, want
wij spelen ons spel tegen sportvrienden.
Hoezeer het woord sportvriend in ons midden staat, hebben wij
bij onze laatste officieele plechtigheden mogen ondervinden. Velen
waren gekomen om ons geluk te wenschen, maar boven alle loftui-
gingen uit werd onze vereeniging om haar sportiviteit geprezen,
ook door haar grootste concurrenten, waaruit mag blijken, dat de
sport inderdaad vriendschapsbanden kan maken en onderhouden.
328
