Cricket.
Het leven eens cricketleiders gaat niet over rozen, gezien de lange
voetbalcompetitie, deelname aan verschillende „vriendschappelijke"
tournooien, het ontbreken van een eigen veld, enz. enz. en onder-
geteekende vraagt zichzelf wel eens af, of het niet beter zou zijn
om geheel en al met cricket op t^ houden, ook met het oog op gebrek
aan belangstelling, die cricket in de „officieele" kringen bij Ajax
geniet. Maar dan denken wij weer aan de jongere spelers, die nu
juist voor cricket zijn gewonnen en voor welke spelers het een groote
teleurstelling zou zijn om nu met cricket op te houden. (Het officieele
Ajax wil wel, maar zoo eenvoudig als Ferry het voorstelt is het toch
niet. Red.)
Het spijt mij, dat ik met deze zwartgallige gedachten mijn verslag
moet beginnen, maar een mensch moet zich van tijd tot tijd eens
kunnen uiten.
De wedstrijd in Utrecht tegen Kampong stond in het teeken van
den regen, en hoewel wij den wedstrijd hebben uitgespeeld, d.w.z.
tot er een beslissing was, weer voor cricket was het in het geheel
niet. Kampong batte eerst en bracht het tot 109. Speciaal in het
begin was het fielden van Ajax uitstekend, het stond zelfs eens 6 voor
32. Rutgers bracht echter verbetering voor Kampong en redde de
situatie.
De bowlingcijfers van Ajax waren: F. Gehrels 2 voor 52 en H. Pelser
8 voor 44. Van Harry dus een uitstekende prestatie.
Ajax nu ingaande sloeg 71 runs bij elkaar, waarvan H. Blomvliet
31. H. Pelser werd jammer genoeg m.i. foutief uitgegeven, hetgeen
dus een voordeeltje voor Kampong was. Je moet je echter beheer-
schen, Harry. De umpire heeft nu eenmaal de beslissing en daar moet
je je bij neerleggen.
Ook onze reis naar Haarlem heeft geen succes gebracht, hoewel
wij daar een prettigen wedstrijd hebben gespeeld. De onderlinge
verstandhouding was uitstekend, het weer was goed en van onze
29G