dan de beroemde Arsenal-manager Herbert Chapman aanwezig ge weest. Chapman was zóó verrukt over het spel van onzen Ajacied, dat hij hem terstond trachtte over te halen een contract als prof tegen betaling van 6 pond per week wat toen nog 72 gulden beteekende te teekenen. Gelukkig voor Ajax want anders had hij nu waarschijnlijk niet voor ons gespeeld maakten de arbeidsbepa- lingen in Engeland zulks onmogelijk. Dat beteeken de echter nog geen schei ding tusschen Chapman en Keizer, want deze laat ste was zóó vereerd met het aanbod wie zou dat niet geweest zijn? dat hij zijn diensten als ama teur aanbood. Chapman, de geniale manager, hapte maar al te graag toe en na een paar proefwedstrijden maakte de toen juist 19 jaar ge worden Amsterdammer reeds eind Augustus 1929 zijn officieele debuut in Arsenal te Blackpool. En Keizer, de jonge Hol lander, die in een voor hem zoo vreemde omge ving onder de meest moei lijke omstandigheden en onbekend met de vele prof- trucjes debuteerde, speel- Gerrit Keizer in zijn Engelschen tijd. de ZÓÓ verrassend goed, dat het niet in de laatste plaats aan hem te danken was, dat Arsenal met 41 won. Waar een ander van zenuwen op z'n beenen had staan te trillen, was Keizer uitwendig ijskoud, net zooals wij hem nu kennen. Maar meen niet, dat hij inwendig ook zoo was en is! Dat bewees trouwens ook wel het voorval, dat zich toen 's nachts na den wedstrijd te Blackpool voordeed. Dien nacht n.l. onderging Keizer, toen hij in bed lag, eerst goed de reactie van den grooten strijd van 's middags. Steeds maar weer kwam deze strijd hem in de gedachte; hij lag te woelen zeer tot ergernis van zijn kamergenoot Roberts, den bekenden spil maar eindelijk kreeg de slaap hem dan te pakken. Geen rustige slaap nochtans, want.... de wedstrijd werd in zijn droom geheel over gespeeld. „Daar komt de Blackpool-voorhoede aanzetten; de rechts buiten rent langs de lijn, hij geeft vóór, maar gelukkig trapt Hapgood den bal weg. Neen, nog niet weg, want de spil der tegenpartij heeft den bal opgevangen, een pass naar zijn middenvoor volgt, even een spurt en als een kanonskogel zoo hard vliegt de bal in den hoek van het doelnu moet ik uitvallen, daar gaat-ieen pardoes lag Keizer op den grond naast zijn bed! In zijn onschuld biechtte hij zijn droom aan den ook weer wakker geworden Roberts op, 211

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1939 | | pagina 3