Keizer, de „schrik" der tribunes. In geen enkel opzicht is de oud-Arsenal speler onverschillig, ook niet, wanneer hij een bal „het doel uitkijkt". Dat ons eerste elftal dit seizoen slechts heel weinig doelpunten tegen zich heeft laten scoren, is voor een groot gedeelte te danken aan Gerrit Keizer, onzen keeper, die den meest angstvollen onder ons reeds dikwijls koude rillingen van schrik heeft bezorgd, wan neer hij bij een schot op het doel geen hand naar den bal uitstak, maar er ijzig kalm naar keek. Hoeveel verwenschingen heeft men dan in stilte al niet geuit, maar.... dat was dan volkomen onge motiveerd, want hebt u wel eens goed bedacht, dat Keizer nog nooit op een dergelijke wijze een doelpunt tegen zich heeft veroorzaakt? Hoewel hij het maar twee keer tot international heeft gebracht, heeft hij toch al een voetballoopbaan achter zich, die mooier en avontuurlijker is, dan die van menig ander. Het is toch immers maar voor weinigen weggelegd om in een der meest beroemde Engelsche prof-teams het doel te mogen verdedigen! Keizer nu heeft dit wel gedaan, daar hij de keeper was van het Arsenal-elftal, en er in hoofdzaak voor gezorgd heeft, dat de Arsenal zoo'n beroemden naam heeft gekregen, als het thans nog bezit. Keizer vierde feitelijk dezer dagen een jubileum, want kortgeleden was het juist 12V2 jaar geleden, dat hij zich als lid bij Ajax aan meldde. Voor het doel had hij aanvankelijk nog niet de minste aspiraties, althans niet voor het verdedigen ervan. Integendeel, hij vond het veel prettiger het doel der tegenpartij te belagen en zoo was hij in het seizoen 1926/1927 middenvoor der adspiranten A. Maar al spoedig vond hij zijn ware bestemming, en dat hij reeds op jeug digen leeftijd zeer goede doelverdedigerstalenten had, blijkt wel uit het feit, dat het Juniores A-elftal, waarin hij daarna uitkwam, onge slagen kampioen werd. In September 1927 verhuisde hij voor werkzaamheden naar Enge land. Wie echter gedacht had, dat men daar klaar stond om hem met open armen te ontvangen, kwam bedrogen uit. Keizer wilde graag in het moederland van Koning voetbal zijn sport blijven beoefenen, maar.... hij vond geen enkele vereeniging, die hem zelfs maar een oefenwedstrijd wilde laten spelen. Meer nog dan tegenwoordig waren de Engelschen terecht of niet ervan overtuigd, dat zij alleen het waren, die konden voetballen en waar was het dan noodig voor om dien dutchman een oefenwedstrijd toe te staan? Naar Margate. Keizer heeft hen echter wel spoedig beter geleerd en ook het publiek heeft menig knap doelverdedigerswerk van hem openlijk ge waardeerd. Toen Keizer in Londen niets kon vinden, ging hij zijn geluk maar eens buiten de Engelsche hoofdstad probeeren en zoo kwam hij na een jaar voetbalrust in Margate terecht. Dit plaatsje is niet alleen bekend door de schaaktournooien, die er ieder jaar gehouden worden, maar ook door het feit, dat vele vereenigingen hier hun jongste leden naar toesturen, spelers dus„ die mede door hun jeugd nog niet geheel rijp voor eerste-divisie voetbal zijn. Hier vond Gerrit eindelijk emplooi en zelfs bracht hij het al zóó ver, dat hij te Gillingham in een Cup-wedstrijd kon uitkomen. Toen speciaal door zijn werk in het doel de wedstrijd gewonnen werd, dacht hij zoo ongeveer het hoogste in Engelsch voetbal be reikt te hebben, wat voor hem mogelijk was. Maarhet begon feitelijk pas voor hem, want bij dien wedstrijd was niemand minder 210

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1939 | | pagina 2