besten wil niets ontdekken, behalve onvoorzichtigheid van beide
kanten. Misschien is echter die fluiterij-voor-alles toch wel de beste
oplossing hier.
Want het keihard op den man spelen, het zonder vorm van proces
luk-raak inrennen op elkaar, is een bron van voortdurende botsingen
met verwondingen als resultaat. Een enkele maal steekt een speler
dan wel eens woedend zijn vuist in de richting van den ander, doch
dan is onmiddellijk de scheidsrechter of een collega-speler tusschen-
beide en het geval wordt afgesmoesd! Bij ons zie ik al den wijs
vinger van den scheidsrechter in de richting van de kleedkamer
maar hier zijn we wat ruimer van opvatting! Wat me echter tegen
viel is, dat bij zoovele brillante spelers, het ploegwerk niet hooger
stond. Den tweeden wedstrijd, dien ik zag (en daarin speelde Boca
Juniors toch ook méé), was een kick-en-rush van belang. Geen scha
duw van hersenwerk. Vandaag zag ik mijn derden wedstrijd, waarin
een sterke club (River Plate) tegen den hekkesluiter speelde (Argen-
tino de Quilmes), doch afgezien van een 50 inmaak-partij was er
weer geen subliem voetbal te genieten. Mogelijk zijn mijn verwach
tingen te hoog gespannen, of wel heb ik nog het neusje van den
Argentijnschen voetbalzalm niet geproefd!
Denk om je leven.
Vergeleken met onze eerste-klasse, laten we zeggen met ons Ajax-
spel, zou ik dit van het Argentijnsche voetbal willen zeggen: indi
vidueel zijn er meer uitblinkers en rasvoetballers, doch ik vraag me
af, of Ajax in topvorm wel zou verliezen van b.v. de Boca Juniors.
Daar ben ik nog niet zoo zeker van, ofschoon ik wel zou vreezen
voor veler van jelui leven!!! Nou ja, ik overdrijf natuurlijk, maar ik
denk, dat Wim Anderiesen toch wel raar op zou kijken, als hij zoo'n
anderhalf uur lang een stootblok moet zijn tegen dóórloopende, zon-
der-pardon-rammeiende kerels, van het postuur van deze voetbal
lers. Ontdoet men echter het Argentijnsche voetbal van deze speel-
methode, dan blijft er beslist veel goeds over en durf ik het wel
vergelijken met doorsnee-Europeesch voetbal van de hoogere klasse.
Overigens weten velen van jelui nog wel, hoe Uruguay voetbalde.
Nu, zoo is het hier natuurlijk precies zoo, alléén is de techniek toch
wel een punt van voortdurende studie en zou het weer on
billijk zijn te beweren, dat het alléén maar trappers-loopers-smijters
zijn. Eerlijk, er zijn juweelen van spelers bij deze ploegen, en ik heb
de groote „sterren" nog niet eens gezien! Ik zag hier een „links
buiten", die ik in een lijstje zou willen zetten. Een ongeloofelijke
meesterschap over den bal en een snelheid, die ik werkelijk nog
nimmer in mijn leven zag, of het moest Wim Gupfert zijn geweest,
aan wien ik nog altijd herinneringen heb van een linksbuitenspeler
van buitengewone klasse. Zoo'n „Gupfert" nu, in elite-formaat, zoo'n
aalvlugge, overal langs-glijdende sneltrein, die nimmer den bal ver
geet, zag ik ook hier.
Van een eigenlijk spelsysteem heb ik niets kunnen ontdekken, doch
daarvoor heb ik ook nog te weinig gezien. Waar ik overigens slecht
over te spreken ben, is het publiek. Het is vreeselijk, zooals dit zich
hier gedraagt. Alle terreinen, voorzoover het niet stadions zijn uit
cement, zijn hier met traliewerk (prikkeldraad) afgerasterd en dit is
alléén, om te voorkomen, dat „de legioenen" hier aan het doodslaan
gaan! De spelers hier worden beschouwd als privé-bezit van den
supporter en dat beteekent, dat de „tegenpartij" alles kan verwach
ten! Toen ik Boca Juniors tegen Lorenzo zag en de spelers zag bin
nentreden, wist ik niet hoe ik het had. Een orkaan van gefluit en
gejoel aan de eene zijde (dat waren de supporters van Lorenzo) en
een gejubel, overweldigend van omvang, aan de andere zijde. Dat
236