Krabbeltjes over het 5e, 6e en 7e Ajax 5. Ondanks de nog zeer goede prestatie van het vijlde tegen Vole- wijckers 4, geloof ik niet, dat onze jongens gelegenheid krijgen hun achterstand in te loopen. De geleden nederlaag tegen D.W.S. is nu een dubbele tegenvaller. De wedstrijd tegen Volewijckers was er één van de goede soort. Er werd flink aangepakt en de Ajax-verdediging kreeg tegen wind in gelegenheid haar capaciteiten te toonen. Wel ling raakte geblesseerd en tijdens zijn afwezigheid zag Volewijckers kans het eerste doelpunt te scoren. Na de terugkomst van Welling begon de Ajax-voorhoede zich te roeren en speciaal Klein, welke „den omroeper" van Volewijckers tegenover zich had, speelde een aardige partij. Ook de Koning en Ackerman weerden zich naar be- hooren; laatstgenoemde zag weldra kans om met een keurig doel punt gelijk te maken. Door treuzelen van Mollema maakte Vole wijckers 21. Kant viel hierna in voor Levering. Weer was het Ackerman, die met een keurig doelpunt de partijen op gelijken voet bracht, spoedig gevolgd door een derde doelpunt: 32 voor Ajax. De Koning loste een prachtigen schuiver, welke den Volewijckers- keeper te machtig was (42). Bij een schermutseling voor het Ajax- doel werkt één der Volewijckers spelers den bal in het net, daar mede den stand op 43 brengend, maar Welling bracht Ajax spoedig in veilige haven met een goed doelpunt (53). Volewijckers speelde over het geheel genomen veel te forsch. Het is toch wel opvallend, dat dergelijke elftallen het tegen Ajax altijd in forsch spel zoeken. Een tekort aan capaciteiten. Ajax 6. Een juichtoon davre langs de velden. Gefeliciteerd, mannen van het zesde met jullie kampioenschap, jullie wilden niet voor het eerste onderdoen. Een keurige prestatie, hoor! De wedstrijd tegen Madjoe was er anders niet één van de beste soort, maar dat zullen wij maar op de zenuwen schuiven. Het was wel spannend en somtijds hielden wij ons hart vast. Maar enfin, het kampioenschap is binnen. Proficiat. Ajax 7. Dat zevende is een stelletje grappenmakers, nu hebben zij waar achtig den laatsten wedstrijd ook nog gewonnen en hoe! Het was daverend. Met 41 en D.W.V. 6 had geen schijn van een kans. Hoe kan het ook anders: een stelletje „oude rotten" aangevuld met wat jong goed. Bij dat stelletje „oude rotten" was ondergeteekende ook en het ging weer iets beter dan den vorigen keer. Het weer was anders meer dan slecht: wind, kou en regen. De wind loeide gewoon door je ribbenkast heen. Onze tegenstanders waren over het algemeen geschikte menschen; één individu maakte een uitzondering. Die was zeker in den oorlog geweest, tenminste hij probeerde een tank te imiteeren, wat hem niet slecht afging. Maar je moet toch wel een temperament als een sneeuwpop hebben, als je je maar geregeld laat torpedeeren en dientengevolge ging het af en toe op zijn BelgischHollandsch. De scheidsrechter hield wel van een forsch spelletje en dies ging de tank zijn gang, totdat het te erg werd en hij een waarschuwing kreeg. Het werd tijd, want anders had ik niet voor de gevolgen ingestaan. Dat dergelijke in dividuen maar op de voetbalvelden rond blijven loopen, is mij een raadsel. Voor het zevende is het einde van de competitie gekomen. Het begin van de competitie was jammer genoeg niet schitterend, anders 198

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1939 | | pagina 22