Die wil om te winnen is ook wel duidelijk gebleken in de twee wed
strijden, die ons eerste elftal in de afgeloopen periode heeft gespeeld.
Ons ongeslagen record in eigen stadion werd ook tegen V.U.C. ge
handhaafd, daar we met 21 zegevierden, terwijl het sprookje, dat
te Velsen door ons niet gewonnen kon worden, op fraaie wijze ge-
lochenstraft werd: een 31 nederlaag werd V.S.V. toegebracht. De
Het tweede doelpunt van Ajax tegen V.S.V. Bijl heeft ingekopt en ondanks de
wanhopige pogingen der V.S.V.-ers, verdwijnt de bal over de lijn.
(Cliché: „De Telegraaf")
wedstrijd tegen V.U.C. is een der aardigste ontmoetingen geworden,
die er dit jaar op ons terrein gespeeld is. Maar wat hebben we weer
in spanning moeten zitten, voordat het zeker was, dat de overwinning
in Amsterdam bleef! V.U.C. viel bijzonder mee en was vooral in snel
heid volkomen tegen ons opgewassen. Het is mogelijk, dat wat het
aantal kansen betreft V.U.C. misschien een gelijk spel verdiend had,
maar als dat inderdaad zoo is, behoeft V.U.C. geen schuldig gevoel
meer te hebben, daar we dan quitte zijn: in Den Haag hadden wij
verdienen te winnen en toch verloren we er met 10.
De week daarna, dus Zondag j.l., stond de uitwedstrijd tegen V.S.V.
op het programma. We wisten, dat de stemming in Velsen de laatste
weken aldus was: „Het kan ons niets schelen, of we alle wedstrijden
met 100 verliezen, maar Ajax moet er in en Ajax gaat er in!" Zoo
redeneerde het publiek daar tenminste en van van zoo'n stemming
slaat er toch altijd wel iets op de spelers over. Het was dus een
wedstrijd, waartegen een ieder opzag, maar weer heeft de groote
strijdlust gezegevierd, plus onze betere tactiek. De omstandigheden,
151