elftal is het, waarop hij geen sterke partij kan weggeven? „In het doel," zult U misschien zeggen, uitsluitend omdat dat nu zoo onge veer de eenige plaats is, waarop hij het inderdaad nog niet gepro beerd heeft. Maar toch weten we dat nog niet zoo precies, want als we ons herinneren, hoe Henk 's zomers als honkballer en ook in het cricketveld in vangballen-maken weet uit te blinken, dan zijn we ervan overtuigd, dat hij ook in het doel zijn partijtje mee zou kunnen blazen.... als het keeperswerk hem maar niet te kalm zou zijn. Want dit is het, wat zijn spel wel eens afbreuk heeft gedaan: zijn lichte ontvlambaarheid, zijn in sommige situaties te geringe zelfbe- heersching. Dat is ook daarom zoo jammer, omdat Blomvliet met zijn capaciteiten, met zijn technische kunnen het gebruik van lichaams kracht bijna niet noodig heeft, althans een te groot gebruik daarvan. Gelukkig is hij door het klimmen der jaren misschien? zijn wilde haren wat kwijt geraakt en dat is zijn spel terstond ten goede gekomen. Henk is een Ajacied in hart en nieren, dat is in den loop der jaren wel eens duidelijk vast komen te staan. Ondanks zijn opbruischende aard is hij steeds een echte Ajacied gebleven, ook toen hij enkele jaren geleden nogal eens als reserve werd opgesteld en dan geregeld op die plaats in het elftal moest invallen, waarvoor dan een reserve noodig was. Hoe velen zouden toen in die voor een voetballer, die o zoo gaarne geregeld speelt, onaangename situatie er niet lang de brui aan gegeven hebben? Henk niet, hij wachtte zijn tijd af, bleef ijverig trainen en werd op die manier de speler, die zich niet alleen een vaste plaats in het eerste veroverde, doch die zelfs een der steunpilaren van het elftal werd. Dat hij all-round is en niet alleen in voetbal, weten we allen. De honkballers hebben hem zeer gaarne in hun midden, terwijl hij in onze cricket-afdeeling eveneens tot de besten behoort. Als honkballer is hij dan zelfs al ongeveer tien jaar geleden als international opgetreden. Jan Schubert is een speler van geheel ander kaliber: veel rustiger, meer beheerscht, koeler de situaties bekijkend. Het heeft lang ge duurd, voordat Jan zijn ware bestemming gevonden heeft, want aan vankelijk speelde hij linksbinnen. Als zoodanig heeft hij eigenlijk nooit geheel voldaan, maar het was een eigenaardig geval met hem. Men zag duidelijk, dat hier een klasse-speler aan het werk was, zonder dat men tevreden over het door hem vertoonde spel was. Er bleef altijd nog iets aan zijn spel haperentotdat de elftal commissie het eens met hem op de linkshalfplaats probeerde (was dat niet noodgedwongen op een buitenlandsche reis?). En daar speelde hij misschien wel een klasse beter, dan in den aanval! Met Anderiesen en van Deyck vormde hij zoodoende de middenlinie, waar aan Ajax tal van groote successen te danken heeft. Zijn lengte komt hem op deze plaats zeer ten goede, terwijl zijn ge makkelijke manier van trappen en vooral zijn harde schot hem tot een halfspeler maken, die een groote steun voor zijn voorhoede is. Maar niet alleen aanvallend, ook verdedigend is hij zeer goed, wat vooral de laatste weken tot uiting is gekomen, toen hij noodgedwon gen op de linksbackplaats moest spelen. Hoe hij zich van deze taak kweet, komt wel het beste tot uitdrukking, als we zeggen, dat sinds dien onze goede tijd weer begonnen is, wat voor een niet gering ge deelte aan Schubert te danken is. Nog meer Ajacieden, behalve de genoemde drie, werden in verte genwoordigende elftallen gekozen: Been, Looys, Fischer en Bijl maak ten deel uit van het Amsterdamsche elftal, dat op 25 Februari in ons stadion een Zwaluwen-ploeg met 51 versloeg, terwijl Gerrit Beumer de spil van ons derde in een der twee jeugdelftallen opgesteld werd, die op 26 Februari te Rotterdam een oefenwedstrijd tegen el kaar speelden. Beumer's elftal won dezen wedstrijd met vrij groot verschil.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1939 | | pagina 4