Onze K. N.V. B.-elfiallen.
De taak van een overzichtschrijver is niet altijd even aangenaam,
vooral niet, indien de stand, die het eerste elftal op de ranglijst in
neemt, weinig optimisme wettigt. Ondanks het feit echter, dat Ajax
vier tot vijf punten achterstand heeft gehad op Feijenoord, behoorden
wij toch steeds tot de weinige optimisten, die er door dik en door dun
in geloofden, dat Ajax nog een hartig woordje in den strijd om de
eerste plaats zou gaan meespreken. Talrijk waren de optimisten
zeker niet, maar hoe zijn deze lieden beloond! Hoe voortreffelijk is
het werk van onze spelers in de laatste weken geweest, zóó goed
zelfs, dat wij niet aarzelen Ajax momenteel de beste ploeg van af-
deeling 2 te noemen.
Maar ja, nog steeds hebben we twee punten achterstand en er moet
nu maar afgewacht worden of Feijenoord zoo vriendelijk voor ons
wil zijn een steek te laten vallen. Het is wel jammer voor onze jon
gens, dat zij hun kans niet meer in eigen hand hebben, maar daar is
nu eenmaal niets aan te doen. We willen hier niet alle oorzaken gaan
opspeuren, maar slechts vaststellen, dat het ook onze eigen schuld is,
dat we thans op de tweede plaats staan. Enkele slappe wedstrijden in
het begin van het seizoen, die het noodige puntenverlies brachten, zijn
daar het gevolg van geweest. Een goede les in ieder geval voor het
volgend jaar.
Dat we weer tot een der favorieten voor de eerste plaats gerekend
mogen worden, is geheel aan eigen prestatie te danken en in het ge
heel niet aan gelukkige omstandigheden. Integendeel, wanneer we
nog eens terugdenken aan de drie nederlagen, die we leden twee
maal 10 en één keer 32 en we zien, hoe Feijenoord steeds maar
op het kantje af wint maar liefst 7 overwinningen van de 11 met
één doelpunt verschil dan mogen we gerust concludeeren, dat we
dit jaar nog geen greintje geluk gehad hebben. Maar het einde is er
nog niet en daarom zullen we de komende wedstrijden maar rustig
afwachten. Voor ons, die tijdens de korte inzinking van Ajax ons opti
misme volledig gehandhaafd hebben, spreekt het vanzelf, dat we nu
voor de laatste vier wedstrijden ook de beste verwachtingen hebben.
Als er steeds met dezen heiligen wil om te winnen gespeeld wordt,
blijven we in den eindspurt zonder verder puntenverlies, dus ook in
den uitwedstrijd tegen V.S.V.! Hoewel het vertoonde spel heusch nog
wel voor verbetering vatbaar is, mogen onze jongens een behoorlijke
dosis zelfvertrouwen hebben, wat natuurlijk niet inhoudt, dat welke
tegenstander dan ook onderschat mag worden.
En nu genoeg hierover; laten we thans in het kort, oh, dat plaats
gebrek nog even de gespeelde wedstrijden de revue passeeren.
Voor het verslag van den strijd tegen Feijenoord verwijzen we naar
het uitvoerige artikel van „Vlokkie". In de afgeloopen periode kwam
ons eerste drie maal in het veld om drie keer met het prachtige
totaal-doelpuntensaldo van 122 te zegevieren. Zooals uit deze cijfers
reeds blijkt, is er dus vooral in de voorhoede, waarover we juist zoo
klaagden, vooruitgang te bespeuren. Open spel is het, dat we hebben
moeten en met open spel zijn deze fraaie prestaties bereikt!
Zeer verheugend is ook het feit, dat onze spelers zich zoo goed
hebben aangepast aan de handicap, die ontstond door het gedwongen
non-actief van Been (over welk feit men op pag. 116 meer kan vinden).
Misschien wel juist door deze schorsing en speciaal door het tijdstip,
waarop de schorsing werd uitgesproken, kwam de goede geest over
onze ploeg. Er moet voor den aanvang van den strijd tegen Feijen
oord zoo'n stemming geheerscht hebben van: „Slechts over onze lijken
zal de tegenpartij zegevieren!" Dat was inderdaad het juiste ant
woord. Winst boekten we ook door de ontdekking, welk een veelzijdig
120