Crilieke momenten.
N.V. De Nederlandsche Lloyd
Ongevallen
Heerengracht 260-266 AMSTERDAM
Ongevallen- en Ziekteverzekering
Automobiel en Wettelijke
Aansprakelijkheid
Neen, het boterde niet tusschen beide elftallen. Van het begin-
signaal af was het voor den aandachtigen toeschouwer duidelijk
waarneembaar, dat de strijd leverende ploegen iets tegen elkaar
hadden. Vooral de mid-voor van de ééne club en de spil van de
andere speelden een verbeten partijtje. Waar de centervoor was, ver
bleef eveneens de mid-half. Als de één 'n pas zijwaarts maakte, deed
de ander het ook en, geloof me, zonder veel lijf-aan-lijf-werk ging dit
niet. Dat was geen schaduwen meer wat de spil-in-kwestie deed, het
was totaal verduisteren. De scheidsrechter moest wel overal oogen
hebben om alle openlijke en bedekte zonden tegen regel 9 te kunnen
constateeren.
De arbiter begreep er niets van. Waarom kleefde die spil zoo aan
dien middenvoor, zoo'n Bakhuys was die toch niet! En kans op de
bovenste of onderste plaats was voor beide rivalen uitgesloten. Ik
ben echter volledig op de hoogte en daarom zal ik het U vertellen.
Het was met dien spil en dien centervoor eigenaardig gesteld; zij
waren n.l. broers, bloedeigen broers, zooals alleen zoons van één en
hetzelfde ouderpaar kunnen zijn. Hoe kwamen nu die twee zoo na
verwante knapen in twee verschillende vereenigingen, zult U vra
gen. Luister, lezer! Jaren lang waren zij de verknochte leden en steun
pilaren van een bloeiende buurtclub, steeds tezamen optrekkend naar
eiken tegenstander. Maar het gebruik, of zoo U wilt het mis
bruik, door den één van de kicks van den ander had een geweldige
ruzie en later, toen de meisjes er zich mee gingen bemoeien, een vol
slagen breuk tengevolge. De centervoor liep over naar den vijand en
zijn broer heeft hem dit nooit vergeven.
Naarmate de wedstrijd vorderde, nam de animositeit toe. Ontel
bare malen moest de scheidsrechter ingrijpen. Dit kon natuurlijk niet
zoo doorgaan. En jawel, toen de spil op een gegeven oogenblik niet
reglementair zijn gram kon halen, trapte hij het broederlijk voorwerp
van zijn toorn royaal na. Bijna op hetzelfde moment snerpte het
fluitje, werd de arm der gerechtigheid opgeheven en klonken streng
de woorden: „U gaat het veld uit!".... Met 'n: „friendeluk bedankt
names de feescommissie" nam onze deliquent afscheid van den referee
en ging den weg der schande. Hij keerde echter nog even op zijn
schreden terug en wendde zich voor het laatst tot zijn broer, dien hij
met dreigend vingergebaar en met wraaklust in de oogen toebeet:
„en jou fin-ik fenavond in ut nest wel!"
VOORNE VAN PUTTEN.
143