Clubleven
De weinige regelen in ons vorig clubblad, zouden den indruk kun
nen vestigen, alsof voor schrijver dezes de hoogste en belangrijkste
gebeurtenissen in het clubleven gezien worden in het houden van
feest- en clubavonden. Vanzelfsprekend is het een niet te verwaar-
loozen factor, maar vóóral blijft de allesoverheerschende waarde
„het groene veld", waar de sportman zich uitleeft en die zich eerst
lekker voelt, wanneer hij, in voetbalplunje gestoken, over de velden
draaft. Bezien wij het clubleven naar beide overwegingen, dan kan
dit leiden tot de volgende gedachtenontwikkeling.
De goede clubgeest wordt tot uiting gebracht op het voetbalveld,
maar wordt o.i. geboren door een vertrouwelijken en kameraad-
schappelijken omgang. Om dit laatste te bevorderen streeft men
naar geregelde samenkomsten, waar het goed is den onderlingen
band te onderhouden en te versterken. Zulke gelegenheden de
clubavonden zijn in het vereenigingsleven onmisbaar, omdat juist
daar de vriendschappelijke verhoudingen tusschen alle leden onder
ling onderhouden kunnen worden.
Op deze avonden ontmoeten ouderen en jongeren elkaar en heb
ben gelegenheid van gedachten te wisselen. De noodzakelijkheid zou
hiermede reeds voldoende naar voren gebracht zijn, maar een zeer
belangrijke factor mag hier niet onbeschouwd blijven, n.l. deze, dat
de gelegenheid geboden wordt om hun, die het praktisch voetballen
vaarwel zeggen, de mogelijkheid te geven den band met hun club
te onderhouden.
Ons voetballeven vormt een leven op zichzelf en er moge van
andere zijde wel eens smalend geschreven worden, dat voetballen
hèt leven voor velen is, zoolang die velen zich op gezonde wijze met
voetbal vermaken mag er werkelijk van een volkszegen gesproken
worden. Valt dus het praktisch voetballen weg, dan ontstaat er een
leegheid, welke iedereen niet direct met kunst, literatuur of een
eventueele liefhebberij kan vullen.
Wat is er dan normaler, dan het verband met de club, waarvoor
men zooveel gestreden heeft te bewaren? De omgang in de club met
den sportieven gezonden mensch houdt de frischheid van gedachten
en verschaft de noodige afleiding in het vaak kleurloos dagelijksch
leven.
Besluiten wij ditmaal met een opwekking aan al onze oudere- en
oudspelers tot een geregeld bezoek aan onze clubavonden, waar
mede zij èn zichzelf èn de vereeniging een blijvenden dienst bewijzen.
In het volgend nummer hopen wij het o.i. belangrijkste deel van
het clubleven, dit van het groene veld, aan een beschouwing te
onderwerpen. d. J.
heelemaal lastig, want sinds 1926 was Haarlem er tegen de Rotter
dammers in geslaagd op eigen terrein ongeslagen te blijven. „In
eigen kring heeft men mij een verwijt gemaakt en nu zal ik eens
laten zien, wat ik nog waard ben", aldus moet ongeveer de gedachte
gang van v. Heel geweest zijn. Welnu, of hij inderdaad zoo dacht,
weten we natuurlijk niet, maar een feit is het, dat wat bij Feyenoord
bijna nimmer gebeurt, thans geschiedde: binnen tien minuten tijd
stond het met 30 voor, niet in het minst te danken aan het enthou
siaste spel van den aanvoerder.
Ziedaar van Heel, de record-international, die reeds voor het Neder-
landsche elftal speelde, toen hij bij zijn club nog in het tweede stond
opgesteld. Hem en Anderiesen dezen dag op hun best te zien spelen,
wordt een der hoogtepunten van dezen wedstrijd.
96