Snoevende snoekers
Toen ik in den loop van de laatste week van November j.l. een
circulaire kreeg van het bestuur van mijn vischclub „Ajax" om op
4 December j.l. te gaan snoeken in het gepachte water te Harenkar
spel, door den heer F. C. Auener, waarvoor wij dezen heer zeer erken
telijk zijn en gaarne, indien ik niet al te onbescheiden ben, nogmaals
een uitnoodiging zouden ontvangen, begreep ik daaruit direct, dat
een zeer select vischteam uitgenoodigd was.
Eén hoop koesterde ik echter, n.l. dat ook mijn vriend, die nette
visscher U kent hem nog wel uit mijn vorige bijdrage in het
team was opgenomen. Om zes uur Zondagmorgen startten wij weer
in een mooie autobus van het Daniël Willinkplein. Blijde was ik bij
het vertrek te kunnen constateeren, dat mijn vriend prachtig op tijd
aanwezig was.
Jammer was het, dat één onzer beste visschers hij won ditmaal
den eersten prijs niet op de afgesproken plaats, n.l. Willemspark-
wegstation, aanwezig was, waardoor wij een kwartier voor niets heen
en weer hebben moeten rijden. Achteraf bleek, dat onze vriend om tijd
te besparen de bus maar een eindje tegemoet gekomen was, daar
deze te laat arriveerde. Niet meer doen, Eksman, blijf gerust maar
staan op de afgesproken plaats, dan moeten de anderen maar op
schieten en zorgen dat zij op tijd zijn. Enfin, wij konden thans naar
ons vischwater rijden, waar een ieder verlangend naar uitzag.
Onderweg had ik een aangenomen kout met mijn vriend, den
gentleman-visscher. Opmerkelijk toch, wat deze knaap voor een uit
rusting heeft. Nu had hij zelfs naast eenige zware haken etc. om de
snoeken van zijn haak te halen ook nog twee brillen medegenomen.
„Waarom?" vroeg ik. „U weet toch wel," zei hij, „dat snoekweer,
donker, nat en een weinig rumoerig weer beteekent, dus heb ik extra
versterking voor mijn oogen medegenomen en een speciale geoliede
vischbroek tegen regen en wind!"
In de bus werd er weer flink gebonkt; zoo waren er bij een vorige
gelegenheid 14 tot 21 snoeken met een gemiddeld gewicht van 6 pond
en 33/4 ons per stuk door twee leden van ons vischcollege gevangen.
Toen mijn vriend dit hoorde, begon hij reeds één bril op te zetten
en te zoeken naar eenige diepe „spektasschen". Hij haalde er spoedig
twee te voorschijn, die mij beter geschikt leken voor een wedstrijd
in zakloopen. Maar hij had ze toch maar.
Na een voorbeeldigen rit reden wij om ongeveer half acht Haren
karspel binnen. Wij staken ons spoedig in onze vischkleeding en trok
ken er op uit, zooals ik mij voorstel, dat vroeger de Batavieren en
Kaninefaten er op uittrokken om de buit binnen te halen. Al spoedig
had mijn vriend „hobbel" en hij riep luidkeels onzen visch-praeses,
die een eindje verderop stond. „Laat gaan", riep deze, waarop mijn
vriend, naast wien ik mij had opgesteld, met een geweldigen ruk....
niets opsloeg.
Het zal ook U opgevallen zijn dat zoovelen f
Radio-Distributie hebben. j
U is reeds abonné?
N*V* Radio Centrale „Watergraafsmeer" J
Fraunhoferstraat 12 - Telefoon 50722 I
77