Onze K. N.V. B.-elfiallen
Hoewel de laatste resultaten van het eerste elftal niet slecht waren
uit twee wedstrijden werden, zoo men zich herinneren zal, drie
punten gehaald is toch nog niet datgene gebeurd, waarop we
allemaal gehoopt hebben: een verbetering der voorhoede. Indien we
eens de kracht onzer achterhoede met die van de andere eerste
klassers vergelijken, zien we, dat Ajax over één der sterkste verde
digingen van het land beschikt. Daaraan werkt echter ook voor een
groot gedeelte onze middenlinie mee, die met recht de ruggegraat
van het elftal is. Om deze reden juist is het zoo jammer, dat de
voorhoede maar niet op het peil der andere linies kan komen.
Toch, indien men alleen naar de cijfers kijkt, valt er een verbetering
te bespeuren. Tegen Haarlem immers werden drie doelpunten ge
maakt, terwijl er in den vriendschappelijken wedstrijd te Apeldoorn
tegen A.G.O.V.V. zelfs vijfmaal gescoord werd. Geen slechte resultaten
derhalve en ook het feit, dat er tegen 't Gooi geen enkel doelpunt
werd gemaakt, mag niet als zoodanig gelden, daar deze uitwedstrijd
een gelijk spel opleverde.... en in de uitwedstrijden zijn we dit sei
zoen tot nu toe niet zoo erg gelukkig geweest.
Acht doelpunten in drie wedstrijden mag zeker niet als een bijzonder
middelmatige prestatie aangemerkt worden, maar toch, wanneer we
ons die wedstrijden nog eens voor den geest halen hoe lang dat
dan ook al weer geleden is dan treden er toch wel heel wat
tekortkomingen aan den dag. Dan herinneren we ons langdurige perio
den van overwicht, die niet in doelpunten werden uitgedrukt, dan
zien we weer kansen, die niet gemist mochten worden!
Het ergste feit vinden we, dat er o.i. vooral in den aanval een groot
gebrek aan tempo heerschte. Waar zijn de flitsende aanvallen ge
bleven, waar vroeger de verdediging der tegenpartij zoo goed als
machteloos tegenover stond? Waar de plotselinge, scherpe schoten,
die een overwinning veilig konden stellen? Dat zijn spelmomenten,
die wij weer in onze wedstrijden terug willen zien en die we ook
terug moeten zien, wil Ajax dit seizoen nog een redelijke kans voor
de eerste plaats maken. Laten we hopen, dat het nieuwe jaar daarin
verbetering zal brengen.
Gebeurt dat in de eerstvolgende wedstrijden, dan behoeven we niet
meer zóó in angst te zitten, als in de ontmoeting tegen Haarlem, die
op 27 November in ons eigen stadion gespeeld werd. Wat duurde
dat lang, voor de doelpunten kwamen! En aanvankelijk kwamen ze
nog aan den verkeerden kant ook, want nadat de rust met blanken
stand was aangebroken, scoorde Haarlem uit een strafschop wegens
hands het eerste doelpunt. En toen Fischer gelijk gemaakt had, was
het wederom Haarlem, dat de leiding nam. Met een fraai schot bracht
van Wijngaarden wat rust op de tribune (22), terwijl Bijl eindelijk
onze overwinning veilig stelde (32).
Op 4 December was het inhaaldag en daarvan werd geprofiteerd
om een gezellig uitstapje naar Apeldoorn te maken, waar met 54
van A.G.O.V.V. gewonnen werd; over dezen wedstrijd vertelt Vlokkie
in dit nummer meer. Hoewel dit wel eens om onbelanqrijker redenen
verleend is, kon er bij den K.N.V.B. geen uitstel verkregen worden
voor den uitwedstrijd tegen 't Gooi op 11 December, dus op den dag
na den zoo geslaagden feestavond. Gelukkiq heeft deze fuif geen
nadeeligen invloed gehad, terwijl het ook meeviel, dat Anderiesen,
die een lichte griep opgeloopen had, en Been, die met een enkel suk
kelde, konden spelen. Voor Been was de wedstrijd echter qauw beëin
digd. De overige tien spelers hebben zich echter ten volle gegeven,
zoodat het 00 gelijke spel voor ons zeker voor 10Ö procent ver
diend was.