Een kleine paniekstemming in het
Wilhelmina-Gasthuis.
Ter inleiding wil ik eerst even vertellen, dat ik tijdelijk op een der
mooie ziekenzalen van prof. Westenwoud in het Wilhelmina-Gasthuis
ben opgelegd.
Men denkt al gauw, dat daar een trieste stemming zal heerschen,
maar niets is minder waar. Er zijn altijd wel een paar patiënten, die
voor een vroolijke noot zorgen en zoo hebben wij het al bijzonder
getroffen met een Eilandenbewoner B., die het houden van duiven-
platten doceert en het Eerelid Ferwerda van den Nederlandschen Hen-
gelaarsbond, die de hengelsport behandelt en propageert, en zich
vooral ergert aan clubs, die niet bij genoemden bond zijn aangesloten.
O! Ajax! En buiten deze dagelijksche gratis colleges zouden we nog
iederen dag van 4 tot 6 uur kunnen genieten van radiomuziek, onver
schillig welke, indien er in dien tijd ook niet gezwamd werd over
jarige jongens en meisjes, of over het klaarmaken van puddingen enz.
enz. Maar niet zoodra worden op Zondagmiddag de sportuitslagen
door het A.N.P. uitgezonden, of we zijn een en al aandacht, want we
moeten toch weten, of de Amsterdamsche clubs gewonnen hebben en
dan speciaal „Ajax".
En onze kranige hoofdzuster leeft wel zoo met haar patiënten mee,
dat, toen laatst HollandDenemarken door Han Hollander werd ver
slagen tijdens het bezoekuur, werd overwogen die paar duizend be
zoekers te laten wachten of het verslag niet uit te zenden. Besloten
werd tot familiebezoek plus uitzending.
De resultaten waren verrassend. Zoodra we van Wim en Bertus
hoorden, klaarden de gezichten op. Ze werden wel zoo dikwijls ge
noemd, dat wij allang begrepen hadden, dat zonder die twee Amster
dammers we er „geheid" in hadden gegaan. Dat voetbaluitslagen een
merkwaardige invloed hebben op den gezondheidstoestand van de
patiënten blijkt wel uit het volgende:
Tijdens het uitzenden der uitslagen hoorden we ook Feijenoord
Ajax 10. Verder werd niet geluisterd. Een down-stemming heerschte
direct in de zalen. De zuster van de spijswagen kon bij haar tweede
rondgang niets meer kwijt raken. De temperaturen der zaalbewoners
stegen onrustbarend. Dezelfde geschiedenis herhaalde zich toen op
30 October het A.N.P. bekend maakte D.O.S.Ajax 43. De verschijn
selen, die zich bij de patiënten voordeden waren van dien aard, dat
de altijd behulpzame zaalzuster zich verplicht voelde direct de hoofd
zuster te waarschuwen, die het op haar beurt noodzakelijk oordeelde
den zaaldokter te raadplegen. De hoofden werden bij elkaar gestoken,
totdat op een moment onze hoofdzuster, die haar pappenheimers beter
kent dan eenig ander, mijn richting uitkeek. Een knipoogje van mij was
voldoende. Zij begreep.
Maar den volgenden morgen kwam zij even bij mij en zei :„Wan-
neer Uw vriend Koolhaas deze week even bij U op bezoek komt, wilt
U hem dan namens mij verzoeken om Wim Anderiesen en zijn mannen
er op te wijzen, dat ik er vast van overtuigd ben, dat de tijdelijke
inzinkingen op Zondagen na 5 uur vermoedelijk te wijten zijn aan de
uitslagen Feijenoord en D.O.S.? Ik geloof zeker, dat, als Ajax 's Zondags
wint, de keukenzuster eten te kort komt."
Natuurlijk was Koolhaas daartoe direct bereid. Van psychologisch
standpunt beschouwd zou het werkelijk een belangrijk experiment
zijn, bovendien had hij de overtuiging, dat Anderiesen c.s. zich spe
ciaal voor de rust op de ziekenzaal extra zouden inspannen.
6 November verliep AjaxV.S.V. 31. Alls ging naar wensch. Onze
54