Is een Hoofdklasse noodzakelijk?
Er bestaat moed toe om in ons voetballand van tijd tot tijd eens
een lans te breken voor de instelling van een hoofdklasse, want
vooralsnog is het de stem van een roepende in de woestijn. Maar
desondanks meenen wij met dit roepen voort te moeten gaan, opdat
dit, aanzwellend tot een geschreeuw, eens ter bestemder plaatse ver
staan zal worden.
Mogen wij ons goed op de hoogte achten, dan staan de hoogste
instanties niet afkeerig tegenover een hoofdklasse en zijn er zelfs
wenschen, welke duidelijk in deze richting gaan. Wat de instelling
in den weg staat, is de belangenkwestie en hier wreekt zich het
onvoltooide groeiproces van onzen K.N.V.B.
Ontzaggelijk veel werk wordt thans jaarlijks besteed aan de ver
hooging van het spelpeil en dit loffelijk streven wordt met werkelijk
succes bekroond, maar het blijft o.i. steken in de 51 en het volgend
seizoen zelfs 52 eerste klasse elftallen, welke ons kleine landje
rijk is. Gedurende de jaren van het bestaan der thans geldende rege
ling is nu wel gebleken, dat een verhooging van het spelpeil op
breedere basis tot stilstand is gekomen en geen kracht meer heeft
tot verdere ontwikkeling.
De oorzaak zoeken wij in een té groote vermenging. Ploegen, welke
de noodige capaciteiten missen, trachten hun tekort door enthou
siasme aan te vullen en leveren een afbrekend spel. Het is en blijft
onmogelijk om tegen zulk „enthousiast" spel een wedstrijd van be
hoorlijk gehalte te spelen, waardoor ook de technische ploegen niet
in staat worden gesteld hun techniek in alle schoonheid op te voeren.
Afgezien van het feit, dat de propagandistische waarde van een
wedstrijd tusschen twee geheel ongelijkwaardige elftallen enorme
schade lijdt, waardoor de voetbalsport als sport voor iedereen reeds
thans door onthouding van zekere kringen, waarneembare afbreuk
wordt gedaan, moet toch het streven onzer voetballeiding als taak
vervulling niet alleen gericht zijn op een zoo groot mogelijke deel
neming als lichaamsontwikkeling, maar daarnaast om de uiterste
grens van het kunnen te bereiken.
Dit vergemakkelijkt tegelijkertijd de taak der technische commissie,
want er zal een homogener elftal samen te stellen zijn uit circa 150
spelers, die Zondag aan Zondag hun uiterste best moeten doen om
uit het spel te halen wat er in zit, dan onder de tegenwoordige om
standigheden de sterren te moeten zoeken uit een middelmatigheid
van een kleine 600 spelers. In dit verband gezien is de vorming van
een hoofdklasse tevens een dringend nationaal belang.
De belangstelling voor dit vraagstuk schijnt iets algemeener te
worden, getuige de artikelen, welke wij zoo nu en dan over dit thema
lezen. Zoo werd onze aandacht getrokken door een aardig plan van
een inzender in „De Sportkroniek". Deze inzender wil n.l. de hoofd
klasse door een achterdeurtje binnensmokkelen. Het plan komt hier
op neer, dat de nummers 1 en 2 van elke afdeeling, dus 10 clubs, aan
het eind van het seizoen een halve competitie spelen met dien ver
stande, dat de clubs, welke elkaar reeds in de gewone competitie
ontmoetten, niet meer tegen elkaar in het veld zullen komen; de
behaalde resultaten in de beide competitiewedstrijden zouden echter
wél meetellen voor het resultaat der kampioenscompetitie.
Het is, men zou haast zeggen, het ei van Columbus, maar de uit
werking in details zal zóóveel bezwaren opleveren b.v. de vast
stelling van onzijdige terreinen dat het o.i. zaak der voorstanders
blijft om te ijveren voor een rechtstreeksche instelling eener hoofd
klasse.
8