SOME SENSES AND SOME NONSENSES. A A X CLUBNIEUWS - PAG. 241 Oef, dat valt niet mee, na twee maanden schrijf rust deze rubriek weer aan te vangen, en dat nog wel nu het voetbalseizoen reeds een paar weken geleden be gonnen is. Dat voetbalbegin is voor ons anders niet slecht ge weest, twee wedstrijden, twee overwinningen; als we Zondag in Rotterdam Feijenoord kloppen, zijn we ge loof ik reeds officieel kampioen. Hoe bestaat het! Wel leuk weer die voetballerij, vindt U niet? Allemaal oude kennissen; op zoo'n eersten Zondag moet je wat handjes geven, enorm gewoonweg, en steeds maar weer vertellen, dat het goed gaat, en dat je nog steeds vrij gezel bent, (hoe kan het je anders goed gaan). Als je dan eindelijk rustig op je plaatsje bent aange komen, kijk je zoo eens rond, wat er al zoo veranderd is. Groote grutjes, wat is die Jansen dik geworden, en die Pietersen is nu wel volkomen door zijn haar heen, gewoon een opendak constructie, en zoo kan ik door gaan, maar dan zou het in roddelen ontaarden. Je ziet die veranderingen nu eenmaal of je ziet ze niet. Drie minuten voor het eindsignaal weet Bijl eindelijk te scoren, en de Ajaxmassa rond mij, schreeuwt en danst van vreugde; deze uitingen beginnen me bekend voor te komen. Als Ajax even later als overwinnaar het veld verlaat, dringt het plotseling weer goed tot mij door: er is niets veranderd, het is nog steeds ons goede, oude Ajax, en dat zal het blijven ook, zoolang er nog één rood-wit schepsel op dit ondermaansche rondwandelt. Met de veteranen is er iets aan het handje, de pret is er af, en de tijd, dat ik enthousiast over de garde kon praten, is voorbij. Vroeger waren er veteranen, die een borreltje lusten, kerels die stiekum rookten, die met trillende knieën en een brok in hun keel, doch doordrongen van heldenmoed en broederliefde, tegen hun echtgenooten durfden zeg gen: „Vrouwtje, het kan vanavond misschien een kwar tiertje later worden, maar we moeten beslist het systeem voor den volgenden wedstrijd nog even bespreken". Natuurlijk heeft dit wel eens tot excessen aanleiding gegeven, o.a. weet ik één speler die in plaats van 15 minuten, ruim 15 uur later thuis kwam, en toen aan zijn vrouw vertelde, dat hij nu een systeem gevonden had, dat nooit faalde. Het heeft hem geloof ik zijn huissleutel en de helft van zijn zakcenten gekost. Maar hoe dan ook, kerels waren het, daar moet je nu om komen. Om aan elf spelers te komen moet de Wit, zelfs Junioren in laten vallen, treurig gewoonweg. Ik ben werkelijk bang, dat de garde zich gaat begeven. Ajax zonder het eerecorps van oud-strijders. Schande, driedubbel schande. Zaterdag 1.1. is er zelfs verraad gepleegd in onze ge lederen, drie of vier van onze beste spelers hebben ons in de bekerfinale tegen de Geuzen in den steek gelaten, om voor een andere vereeniging, die toevallig 25 jaar bestond, te spelen. Reeds twee jaar waren we bekerhouder en door een overwinning hadden we dit keurige kunstvoorwerp defi nitief in onze kast mogen plaatsen. Nu verloren we. Het excuus, dat ze reeds vroeger hun medewerking toegezegd hadden, vind ik zwak, er waren in Amsterdam best invallers te vinden geweest. We zijn weliswaar geen echte groote voetballers meer, maar in ieder geval zijn we Ajacieden, die steeds gereed moeten staan Ajax te steunen. Hier mankeerde er iets aan. Sorry boys. sk Na veel praten en kletsen, eindelijk de Ajax-vischclub ten doop kunnen houden. Over eenige dagen begint de pret, en gaan we met een gezellig ploeg je vlotte menschen uit hengelen. We beginnen allereerst met een onderlingen wedstrijd. Het gaat om prijzen, en in vertrouwen wil ik U wel mede deelen, dat ik den hoofdprijs win. Dit is geen onderonsje, want de wedstrijdleiding weet er heusch nog niets van. De kwestie is echter, dat ik een systeem heb uitge dacht, zóó ingenieus, zóó perfect, dat het geen wonder is, dat zulk een systeem van mij afkomstig is. Ik ben thuis een paar flinke baarzen aan het africh ten, die binnenkort zóó aan mijn stem gewend zijn, dat ze op mijn eersten roep naar me toe zwemmen en zich rustig laten vangen. Vanmorgen heb ik de proef genomen met „Beppie", (mijn eenige vrouwelijke baars); vanaf het Lido- terras heb ik haar in de Stadhouderskade los gelaten. Op mijn geroep is ze evenwel niet terug gekomen, ik denk echter, dat ze me niet verstaan heeft, waarschijnlijk heeft ze water in haar oortjes gekregen. Ik ga nu mijn resteerende baarzen trainen met badmutsen. Ik denk wel dat het helpt, bovendien zijn het mannetjes en die loopen niet zoo spoedig weg. Als ik die knapen voor den wedstrijd loslaat, begrijpt U zeker wel wie prijswinnaar wordt. Voor belangstellenden deel ik nog even mede, dat ik het terras toch niet alleen verlaten heb; weliswaar heb ik „Beppie" niet terug gevonden, maar „Miepie" was toch ook niet onaardig. Dit is echter alles strikt vertrouwelijk. JAMES.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1938 | | pagina 9