SPREEKUUR van dR. weetal. PAG. 234 - A J A X CLUBNIEUWS Constance kwam dicht bij me staan, dichterbij dan zé gewoonlijk doet en met een gezicht, waarop weinig vertrouwen in de naaste toekomst zich afspiegelde, zei ze zacht, met haar duim in de richting van den gang wijzend: Dokter, daar is zoo'n dame." Stans is1 een eenvoudige meid en „zoo'n dame" heeft bij haar een bepaalde beteekenis. „Laat die dame binnenkomen, Stans." Ze ging met iets ver wij tends in houding en ge zicht; maar ten slotte: Dokter moest het weten. Nog een oogenblik en de deur vloog open. In een wolk van parfum kwam ze binnen, beslist,zelfbewust, stralend; zeer modieus gekleed en van groote charme. „Dr. Weetal?" vroeg ze met een stem of ze zong. „Om u te dienen, Mevrouw „Ik ben Mevrouw de Méricourt en 't is me aange naam met u kennis te maken." ,,'t Genoegen is aan mij, m'eVroüwvmaar mag ik een lichte verbazing te kennen geven U hier op m'n spreek uur te zien?" „Verbazing, dokter? U behandelt toch alle ?aken en u zult toch geen dames uit uw kamer weren?" „Volstrekt niét, madame de Méricourt, steekt u maar van wal eri laten we gaan zitten. U permitteert, dat ik rook?" „Natuurlijk, dokter, ik zélf"...... en ze keek met aan dacht naar mijn cigaretten. Iktrok een la van mijn bureau open en schoof haar een doosje Abdullah toe. Ze keek even naar het merk, stak een sigaret op en een oolijkë glimlach vêthelderde haar gelaat nog meer. „Ik ben toch niet dé eerste vrouw, die hier komt; het zijn dames-sigaretten, dokter." Ik trachtte te blozen, maar m'n poging mislukte grandioos. „Terzake mevrouw, wat wenscht u?", „Zooeven zei u „madame," dokter. En terecht. Mijn man is Franschman, hij werkt momenteel in Parijs en ik hier in Amsterdam. Ik ben chef van...... (en ze noemde den naam van een eerste klasse modehuis). Nee, dokter, ik wil u geen corselets of iets dergelijks verkoopen"Ze lachte fijntjes en haar lachje was muziek. Ha, ha, ha, en 't leek op „do-mi-soL ,;Maar ter zake, zei u zooeven> Ik ben Zondag toen 't Gooi speelde, in het Ajax-stadion geweest." „Een groote eer voor ons, madame." „En een genoegen voor mij, monsieur. Een prachtig huis, een mooie entourage. Ik heb met aandacht naar uw imposant bouwwerk gekeken. Alle hulde voor den archi tect. Ja, ja, ik weet het, meneer Roodenburgh. Architec tonisch is het in orde. Maar ik ben critisch aangelegd. In mijn modehuis is een onderdeel van mijn taak de inrichting zóó te maken en een paar maal in het jaar zóó te wijzigen, dat de dames er zich prettig gevoelen. Dat bevordert de kooplust. Begrijpt u, dokter?" „Volkomen, madame, en u wilt ons Ajaxhuis „Juist, Dr. Weetal u draagt uw naam met eére, u begrijpt het. Ik wil het huis aantrekkelijk maken. Na afloop van de match en ook al in de pauze heb ik de inrichting bekeken. Hebt u een plattegrond?" Weer trok ik een lade uit. „Voila, madame." „Merci, monsieur." Ze keek naderhand naar het papier. „Ja, ja, het idee van de strakke lijn, mooi door gevoerd. En nu wil ik: breken. Vóór de tribune een breed pad"; met tegels, hiet en dhartrappén van de tribune naar dit wandélpad/Dan de entree, waardoor de spelers op het veld komen, verbreeden. En nu: stel u voor, we staan op het veld, recht voor de entree. Wc gaan naar binnen, rechtuit. Bom, tégen een müur. Dat is fout, die muur moet weg, een paar mooie deuren komen er voor in de plaats, we gaan er door en betreden de zaal. Wat een prachtzaal, dokter. Maar wat hebt u er aan op een wedstrijddag? De bovenkoffiekamer is tjokvol, beneden niets. Ajax benut zijn ruimte niet. U kijkt bedenkelijk. De buffetten? Vèrplaatseri naar dé verste muur. Een prachtig geheel krijgen wé riu en wat een gezellig va-et-vient wordt dat. Het Ajaxhuis wordt nu pas bewoond. Wat zegt u ervan?" „Ik ben verrukt, madame. Maar...... de spelers?" ,tEen nieuwe uitgang, dokter. Legt u mijn plan den heer Roodenburgh maar eens voor. Die zal er eerst wel tegen zijn. Maar ik kom terug." „Aha, u komt terug?" „Met m'n man, dokter". En ze lachte haar melodieus lachje. „En nu ga ik, au plaisir de vous revoir, monsieur." Zé stoof weg. Ik begeleidde haar naar de voordeur. ,,'t Was me bijzonder aangenaam, madame." ,,'t Genoegen was aan mij, dokter." Weg was zeIk keerde terug naar 'mijn kamer. Wat eert vrouw..do-mi-sól, ha-ha-ha, dó-mi-sol. Constance deed de keukendeur op" een kier en keek me medelijdend na. Vraag: Wat zegt de heer Roodenburgh van het plan van Madame de Méricourt?

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1938 | | pagina 2