WAT DE VERGADERINGEN BESLOTEN,
PAG. 222 A J A X CLUBNIEUWS
Het bewijs, dat het nieuwe voetbalseizoen weer in
aantocht is feitelijk met allerlei tournooien en vriend
schappelijke wedstrijden reeds is ingezet is al weer
geleverd met de verschillende vergaderingen, die er ge
houden zijn, het preludium van ieder seizoen. Een drukke
tijd voor de voetbalofficials en vereenigingsbesturen,
omdat op deze vergaderingen der „belangenverenigin
gen" verschillende kwestie's besproken worden, waar
mee het wel en wee van vele clubs nauw samenhangt.
Zoo is het ook nu weer geweest, maar nog vóór de
K.N.V.B.-vergadering stond het wel vast, dat er weinig
veranderingen zouden komen.
Wij zouden al deze vergaderingen stilzwijgend zijn
voorbij gegaan, indien er niet op de afdeelings-vergade-
ringen voorstellen behandeld en gelukkig verworpen
waren, die enkele ingrijpende veranderingen beoog
den. Daar was dan in de eerste plaats de „dreiging",
dat de overschrijvingsbepalingen aanzienlijk verscherpt
zouden worden. Vooral in het Zuiden van ons land
N.A.C. was de initiatiefnemer wilde men het ver
anderen van club zoo goed als onmogelijk maken, door
een speler, die overschrijving aanvroeg, maar liefst twee
jaar op toestemming te laten wachten.
We leven gelukkig in een vrij land en daarom is het
al erg genoeg, wanneer een speler, die daarvoor be
paalde redenen heeft, niet in een andere vereeniging
mag spelen op dat tijdstip, dat hij zelf wil. Maar het
is toch wel heel erg, wanneer men hem dat heelemaal wil
beletten, want daar kwam het Zuidelijke voorstel prac-
tisch op neer! Het peil van ons voetbal komt zooiets
absoluut niet ten goede, daar hierdoor veelbelovende
spelers, die in een kleinere club beginnen, gedoemd
zouden zijn steeds in het lagere voetbal te blijven han
gen, zonder goede technische voorlichting enz. Ook het
Nederlandsche voetbal is hier geenszins bij gebaat.
Laten we maar eens b.v. naar Drager kijken, de D.W.S.-
rechtsbuiten, die we zijn er van overtuigd eerst-
daagsch zijn kans op een „vaste" plaats in het Ned.
Elftal zal krijgen. Zou dat ooit gebeurd zijn, indien hij
in zijn vierde klasse-club was blijven spelen?
De toestanden in het Zuiden moeten inderdaad wel
heel erg zijn, indien men dergelijke maatregelen noodig
acht. Daarom mag Ajax zich gelukkig prijzen in heel
andere omstandigheden dan de clubs in het Zuiden te
verkeeren, een eigen „kweek" te hebben met een voor
tref felijken trainer, die er in slaagt ieder jaar weer vele
jongere spelers voor de hoogste elftallen af te leveren.
Geen vrijheidsbeknotting, maar het opleiden van jonge
spelers vormt de maatregel, die het overloopen naar een
andere club minder erg doet zijn. Want laten we wel
zijn: het percentage der vooraanstaande spelers, die van
vereeniging veranderen willen, is betrekkelijk gering en
wanneer de clubs er maar voor zorgen, dat zij goede
reserve's hebben, is het verlies van den een of anderen
„ster" niemand is onmisbaar waarlijk niet zoo erg.
Met menschen, die gedwongen worden in hun club
te blijven, is de vereeniging hoegenaamd niet gediend.
Beter wat slechtere prestaties dan een verknoeide
clubgeest!
Dan is er een voorstel geweest om tot uitbreiding van
het aantal eersteklassers te komen. Ook dit is op de
meeste afdeelings-vergaderingen van de hand gewezen.
Het zou inderdaad ook bespottelijk zijn geweest, indien
ons kleine landje er nog meer eerste-klassers bij gekregen
had. Het doel, dat men hiermee beoogt meer publiek,
dus grootere recette's zou men juist voorbijgestreefd
zijn, daar er dan nog meer wedstrijden zouden komen,
waarbij elftallen betrokken waren, die het praedicaat
eerste-klasser nauwelijks verdienden. In uitbreiding van
wedstrijden behoeft men het heusch niet te zoeken. O.i.
is de hier en daar geconstateerde verminderde publieke
belangstelling uitsluitend te wijten aan het feit, dat er
zoovele wedstrijden op de programma's staan die inder
daad niet veel aantrekkelijks bieden. Fantasie, verrassing
en helaas ook sensatie, dat is het, waar het publiek voor
komt. Welnu, deze elementen vindt men toch in hoofd
zaak bij de technisch behoorlijk geschoolde elftallen. En
zou men nu of in de toekomst weer overgaan tot uit
breiding der eerste klasse, dan zou er werkelijk niet
meer publiek komen, dan thans bij een tweede klasse
wedstrijd aanwezig is. Het Zuiden heeft thans op de
K.N.V.B.-vergadering zijn zin gekregen, zoodat er hier
in het seizoen 1939/1940 twaalf eerste-klassers zullen
zijn. Wij betwijfelen echter, of de voordeelen die men
hiervan verwacht er inderdaad zullen komen.
Het lijkt ons een groote fout, waar niet ernstig genoeg
tegen gewaarschuwd kan worden, dat men in zekere
kringen het publiek terug tracht te krijgen, door het
slechter voetbal voor te zetten. Het Nederlandsche pu
bliek houdt van voetbal, van goed voetbal althans, en
vooral in dezen tijd, waarin een gulden duurder is dan
vroeger, kunnen we het begrijpen, dat het publiek goed
spel voor zijn geld eischt. Dus is de oplossing: beter spel
en dit is eerder te verkrijgen door geselecteerde elftallen,
dan wanneer men maar een groot aantal elftallen wille
keurig bij elkaar stopt. Het is prettig te constateeren,
dat de meeste eerste klasse-clubs er zelf ook zoo over
denken.