JAN OUDHEUSDEN. J. EOODENBUKGH. E. K. VAN TUYL-J. P. BLOMVLIET. A J A X CLUBNIEUWS - PAG. 209 Bij zijn aftreden op de laatste algemeene vergadering begon Jan zijn afscheidsreden met de woorden: ,,Het zwaard van Damocles is gevallen", een vergelijking, welke te zijnen opzichte allerminst van toepassing kan zijn. Immers Damocles mocht van zijn heer Dionysios I één dag koning zijn, die hem om het gevaar van het koningschap te doen beseffen een zwaard aan een paar denhaar boven het hoofd liet hangen. Indien wij dit koningspelletje al over zouden willen brengen op de be waking der Ajaxpenningen, dan zou de thans oud-pen ningmeester zeker eenige malen den leeftijd van Metusa- lem moeten bereiken om ons dat fabeltje van dien éénen dag waar te maken, want om zijn staat van dienst in Ajax op te maken, zou een klein gedenkboek van onze geheele vereeniging benoodigd zijn. Het begon al in ons geboortejaar 1900, dat Jan voor Ajax op 16-jarigen leeftijd kwam spelen en eindigde in 1907 met zijn vertrek naar Engeland, toen hij juist met het eerste elftal voor het eerst het kampioenschap der 2e klasse behaald had. In 1914 meldde hij zich weer bij Jan Pelser, die hem als bruikbare en actieve kracht opstelde in alle elftallen van die dagen, zoodat het weieens voorkwam, dat hij 's morgens en 's middags een wedstrijd speelde. Die acti viteit kon niet onopgemerkt blijven en in 1918 werd hij als lid van de elftallen-commissie aangewezen, om in 1919 dit baantje te verwisselen met dat van eerste pen ningmeester. In deze functie heeft hij in alle toonaarden het wel en wee der vereeniging meegemaakt en in den groei een buitengewoon aandeel gehad. Vele vreugde dagen kruisten met hem den roemrijken weg, maar ook leed én persoonlijk leed, bleef hem niet bespaard. Hiervan alles te gewagen zou te ver voeren, al is het misschien een tip om den thans ambtelooze op te nemen in een commissie ter samenstelling van ons gedenkboek bij het a.s. 40-jarig bestaan in 1940. Met een onderbreking tusschen de jaren 1932 en 1934 heeft Jan tot thans, 17 jaar de scepter over de Ajaxkas gezwaaid en hoe. Jaar in jaar uit heeft hij medegewerkt om het groote doel van een eigen accomodatie te bereiken en het moet een enorme voldoening voor hem geweest zijn, toen in 1934 de poorten van ons nieuwe terrein geopend konden worden. Zooals wij bij een andere ge legenheid onze jongere spelers vóór mochten houden, dat hun voorgangers steentje voor steentje aan ons Ajax- huis hebben aangedragen, zoo mag Oudheusden zich tot één dezer steendragers rekenen. En dit is wel, naast hei' eerelidmaatschap en het verkregen eereplateel voor het 25-jarig lidmaatschap, de grootste hulde, die wij hem gaarne brengen. d. J. Met de bestuurswisseling is als commissaris uit ons bestuur getreden ons eere-lid de heer J. Roodenburgh in de wandeling en meer vriendschappelijk genoemd Daan, onder welken naam hij jarenlang zijn partijtje voetbal gespeeld heeft en verder den grooten stoot heeft gegeven tot honkbal, waarvan hij bij Ajax den geeste lijken vader is. Onder en mede door zijn leiding kwam de Nederlandsche Honkbalbond tot stand, voor welk feit hij kortelings met eenige andere oprichters van dezen bond, werd gehuldigd. Voor onze vereeniging heeft hij hier mede een bijzonder goed werk verricht, want vele jon gelui kunnen nu des zomers met een minimum aan kosten in ons vereenigingsverband een sport beoefenen. In dit opzicht heeft hij reeds vele verdiensten, maar de grootste verdiensten heeft hij door zijn machtige schepping in den bouw en parkaanleg van ons prachtige stadion. Na tionaal en internationaal vindt dit werk de bewondering, welke het verdient. Sportief georiënteerd als Daan is, hebben vele andere takken van sport zijn belangstelling. In het bovenstaande memoreerden wij uitsluitend datgene, wat hem met onze club in aanraking bracht. Hoeveel hij echter op sportief gebied gepresteerd heeft, zijn naam zal onafscheidelijk verbonden blijven aan onze club door zijn schoone archi tectonische schepping, waar het een genot is te vertoeven. Met zijn uittreden uit het bestuur besluit hij een periode, waarin heel wat tot stand gekomen is in onze vereeni ging. Voor hem zal blijven gelden: ,,Wat het hart bindt vervreemd niet." d. J. Met de Honkbalafdeeling is het al gelijk gesteld als met de Redactie-commissie. Erg stoelvast zijn de heeren niet. Zoo zien wij dan thans E. H. van Tuyl verdwijnen en plaats maken voor J. P. Blomvliet. Om van Van Tuyl aan onze lezers te vertellen wat zijn prestaties voor Ajax waren kunnen wij gevoegelijk in den pen houden, want zijn uitgebreide verslagen teekenen voldoende de door hem betoonde activiteit. Hij heeft door zijn werken getracht de Honkbalafdeeling de noodige leiding te geven, maar als man aan den kant is dit een zeer moeilijke opgaaf. Met de verkiezing van J. P. Blomvliet hoopt men het euvel ondervangen te hebben al blijven er dan ook nog eenige andere negentallen over, welke evenzeer leiding noodig hebben. Wij vertrouwen, dat Blomvliet de juiste richting aan zal wijzen en danken Van Tuyl voor zijn serieuze verslagen. d. J.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1938 | | pagina 7