PAG. 184 A J A X CLUBNIEUWS
Om 11.23 bereikten we Kaunas waar we verwelkomd
werden door Kovas' Bestuur, t.w. de heeren Dromelis
en Podzelveris, welke, oh grappige coïncidentie, na zoo'n
ontbijt, voor ons groote doozen taartjes meebrachten. Na
een 10 min. oponthoud gingen we weer verder.
Marius en Jan zitten op het oogenblik met mede-
reizenden hun Letlandsch op te frisschen. Ze wringen
hun tong in alle mogelijke bochten, doch verder dan
eenige onverstaanbare klanken brengen ze het nog niet.
In ieder geval blijkt dat de wil goed is.
Lithauen en Letland. Men zou zich in Holland wanen.
Zoover het oog reikt gras, gras en nog eens gras. Het
eenige verschil is dat de boerderijen een zeer schamele
indruk maken. Doch verder is alles zooals bij ons. En
kan men ook nog constateeren dat deze beide landen
zeer dun bevolkt zijn. Letland is 2 maal zoo groot als
Holland doch heeft slechts 2 millioen inwoners.
Om 3.15 betraden we eindelijk bij het grensplaatsje
Janirekke Letlandschen bodem waar we een bof je
hadden omdat de klok één uur vooruitgezet werd. Dat
scheelde dus 1 uur reizen ook.
Om 5.36 dus precies op de minuut op tijd bereikten
we ons einddoel Riga, waar we verwelkomd werden
door het bestuur der Armyas Sparta Kluba, t.w. de
heeren Oberleutenant Boumanus en Majoor Berkis.
Ons hotel, een mooi ruim gebouw was vlak bij het
station zoodat na een half uur een ieder zich heerlijk
aan het verfrisschen was. Wat na een reis van 30 uur
en 20 minuten wel noodig was. Een eigenaardigheid van
dat hotel was, dat er geen keuken aan verbonden is, zoo-
dat we ons diner gebruikten een paar huizen verder op in
een soort Raadskelder. Het smaakte ons opperbest,
trouwens het eten heeft hier heel veel weg van de Hol-
landsche keuken, zoodat we daar wel niet mee zullen
sukkelen. Des avonds ging een ieder vroeg naar bed
om de schade van den afgeloopen nacht in te halen.
De ochtendbladen beschreven onze aankomst zeer
enthousiast en laten dit volgen door een interview met
Marius Koolhaas en Jac. Reynolds. Ze schreven o.a.:
2000 KM celojums no vejdzirnavu-un kanaln zemes uz
futbola saciksti Riga; hetgeen beteekent; 2000 K.M.
gereisd van het land van windmolens en kanalen om in
Riga te voetballen. Verder vertelden ze dan dat uit den
sneltrein van Berlijn 17 athletisch gebouwde figuren
stapten die geen enkel teeken van vermoeidheid gaven
na zoo'n reis (Ik neem aan dat deze journalisten Aukema
en Stam door een vergrootglas bekeken hebben). Ze
gaan den verder en zeggen dat de Ajax-spelers te her
kennen zijn aan een roodwitte rozet op de linkerborst,
hetgeen een zeer fleurige indruk maakt en wordt verder
opgemerkt dat Ajax reeds heel Europa doorkruist
heeft. Koolhaas' interview bestond hieruit dat hij hoopte
dat het eerste contact dat door middel van Ajax tusschen
Letland en Holland ontstond van zeer vriendschappe-
lijken aard mocht zijn en dat het een begin zou zijn van
een jarenlange vriendschap tusschen beide landen.
Jac. Reynolds werd beschreven als een harde ge
drongen gestalte sarunas laiha nemanot klat prenacis
padrukus, maza auguma virs, tas ir vienibus treneris
anglis Dzeks Reinolds die den journalisten als zijn
meening te kennen gaf dat wij een goed elftal hadden,
technisch onderlegd en dat hij ons altijd met veel plezier
getraind had. Tot zoover de kranten.
De Dinsdag hebben we gebruikt om een kijkje te
nemen in Bulduri, Riga's strand. Het Zandvoort van
Amsterdam. Het was koud, doch we lieten ons niet
afschrikken en doken in het water. We huurden cano's
en vermaakten ons opperbest.
Het strand daar is voor ons iets buitengewoons. Een
strand zoo breed als onze kust met daar vlak achter
bosch. Dus geen duinen, maar direct boomen. U kunt
zich dus wel eenigszins voorstellen hoe druk het daar
's zomers op mooie dagen is. Alles wat bij ons naar zee
trekt en naar de bosschen, gaat daar naar Bulduri.
Strandtenten ziet men daar niet. Slechts één consumptie
tent, waaraan verbonden is een schiettent en men vindt
er diverse penningautomaten, zooals fruitautomaten enz.
Over deze schiettent gesproken. Jan Schubert had
onderweg reeds eenige malen gezegd dat hij zoo goed
kon schieten. Toen hij n.l. in militairen dienst was werd
zijn kunde daaromtrent, tenminste volgens zijn zeggen,
beloond met het planten van een gouden ster op zijn
linker mouw. We wisten hem zoover te krijgen dat hij
zijn kunnen zou toonen. Doch vooraf hadden we den
schiettentbaas gevraagd hem een geweer te geven dat
eenigszins afweek. U begrijpt het resultaat. Hij mikte
links en het kwam rechts terecht in een gordijn. Éénmaal
meende hij succes te hebben, doch toen schoot hij gelijk
met Erwin Wijngaarden, die een lampje, zoo groot als
een voetbal, stukschoot. Arme Jan. Zijn geweerloop was
zoo krom als een hoepel.
Woensdagmorgen hebben we een beetje getraind.
Het veld is niet best. Gras groeit er niet op, doch alleen
onkruid. Dit onkruid is weegbree, een soort boerenkool,
maar dan zonder steel. De lijnen zijn uitgegraven. Doch,
wij bereisde Ajacieden, hebben wel op slechtere velden
gespeeld. Als ik alleen nog maar terugdenk aan het veld
van Ligetti in Bratislava. Daar is dit veld nog best bij.
Wij leden van Ajax mogen dankbaar zijn, dat we
velden hebben als de onzen. De Woensdagmiddag
hebben we benut om te winkelen. De Donderdag is voor
ons Hollanders een dag geweest zooals wij, gelukkig,