AJAX CLUBNIEUWS - PAG. 131 yymmmmmmmmmmmw/mmmm CLUBLEVENo In het vorig nummer van ons clubblad beschouwden wij het prof. systeem van de zijde van de clubs; wat echter de perspectieven zijn voor het individu wordt nog weer eens bewezen door de thans gaande zijnde actie in Engeland om voor beroepsspelers de mogelijk heid te scheppen gedurende hun prof.-tijd een vak te leeren of te onderhouden. Hieromtrent schreef de Lon- densche correspondent van het „Algemeen Handels blad" op 1 Maart 1.1. aan zijn blad als volgt: Er zijn clubs die van de spelers in haar dienst ,,full time" „eischen en geenszins aanmoedigen dat een speler een hand- werk leert. Daar de speeltijd van League-voetballers ge- „woonlijk de tien jaar niet te boven gaat, keeren zulke „spelers in de maatschappij terug als mislukkelingen, die „kranten kunnen gaan venten of schoenpoetsen, als het be spaarde geld van hun benefices is opgeteerd. De F. A. en „de League hebben dat ingezien en willen een groot fonds „bijeen brengen om behoeftige oud-spelers te helpen, maar „dat is toch tenslotte maar lapwerk". Dit werpt inderdaad een schril licht op de toekomst van beroepsvoetballers en het moge een waarschuwing zijn voor hen, zoowel spelers als clubbestuurders, die zoo gaarne de invoering van het beroepsspel propa- geeren. Voor de leiders in de voetbalbeweging is het een dure plicht in hun omgeving elk verlangen naar betaald voetbalspel te onderdrukken, omdat mogelijke kort zichtigheid een vergooien van toekomstig leven kan be duiden. Een recente gebeurtenis toont aan, dat de speler, eenmaal overgegaan zijnde tot beroepsspel, als lijfeigene van zijn club beschouwd kan worden, wien men vrijelijk te koop kan aanbieden. Wel heeft de voortschrijding van onze beschaving na 1914 een ge voelige deuk gekregen, doch wij meenen ons met alle macht te moeten verzetten tegen de vernedering van den mensch om hem als koopwaar te verhandelen en als lijfeigene aan een club te binden. Wat zijn dan eigenlijk de oorzaken, dat er zoo naar verandering in de voetbalwereld gezocht wordt? Eenerzij ds worden wenschen uitgesproken voor ver grooting der competities, anderzijds om een zekere ver goeding voor het spelen van voetbalwedstrijden te mogen ontvangen. Het streven om uitbreiding te geven aan de competities spruit voort uit de noodzaak om ver meerdering van inkomsten voor de clubkas te krijgen, waaruit te concludeeren valt, dat de financieele om standigheden van vele clubs niet rooskleurig zijn. Er is dan ook geen twijfel aan, dat onder de tegenwoordige omstandigheden vele clubbestuurders de zorgen hebben voor een sluitend budget. De „men in the street" meent, dat er door de duizenden, die de voetbalvelden om zoomen een goudstroom naar de clubkassen stroomt, maar is onbekend met het feit, dat de huishouding van een voetbalvereeniging al naar de grootte, de middelen eischen om zich staande te houden. Maar intusschen bouwt men voort op de verkregen indrukken en mede door de economische depressie van de laatste jaren, waaronder vele voetballers te lijden hebben, wordt er gevraagd om het z.g, „vrije systeem", hetgeen be- teekent, dat een club haar spelers een zekere geldelijke vergoeding mag verstrekken. Erkend moet worden, dat er voor die spelers veel aantrekkelijks in zit om een dergelijke vergoeding te toucheeren, maar daar staat tegenover, dat de exces sen, welke [men door de invoering van dit systeem wil bestrijden en welke het huidige amateur-systeem zouden aankleven, juist vergroot, omdat de beter gesitueerde clubs in staat zijn door overbieding de spelers van an deren weg te lokken. Zoo gezien, en het kan getoetst worden aan de voorbeelden in andere landen, mag men zich hier te lande niet aan een dergelijke proef wagen, want wanneer de deur eenmaal op een kier geopend is, zal zij niet meer te sluiten zijn en is de eerste stap op den naar vele excessen leidenden weg gedaan. De prachtige groei van de voetbalsport in het alge meen en in ons land in het bijzonder, heeft naast de ideëele bestemming noodzakelijk het accent op den materieelen kant gelegd, waardoor het ideëele wel eens meer dan wenschelijk is, in het gedrang kwam. Wil men werkelijk een opdracht vervullen in de sportgemeen- schap, dan behoort daar o.i. niet alleen de zorg voor sport en cultuur toe, maar ook de bevordering van haar leden in de maatschappij, en hen helpen en leiden waar dit maar mogelijk is. Zoo mag er b.v. niets vernede rends gezien worden, dat iemand door zijn sport zijn zakenrelaties weet uit te breiden, of wanneer een lid-werkgever een medelid in zijn dienst neemt. Want juist op het sportveld is de ondernemer in staat het karakter van zijn toekomstigen employé te bestudee- ren en te leeren kennen, waardoor hij' bij voorbaat kan weten of er een passende samenwerking mogelijk is. Het bovenstaande is slechts een enkele greep uit de doelstelling, welke schrijver dezes in het bereikbare en naar hij meent ieder gaarne in de voetbalsport ont wikkeld zou zien. De in deze kleine serie neergeschre ven gedachten en de inhoud daarvan, geven zijn per- soonlijke meening weer in de hoop, dat een en ander rijpelijk overwogen mag worden, alvorens men even- tueele besluiten neemt, welke later niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden. d. J.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1938 | | pagina 3