VISSCHERSLATIJNc D.WcS. KAMPIOEN., PAG. 142 - A J A X CLUBNIEUWS Ook van het Ajax-Vischteam in wording onze geluk- wenschen met dit zwaarbevochten kampioenschap. De receptie in Kras bood mij een goede gelegenheid eens met den promotor der blauw-zwarte visschers kennis te maken. En deze heer Dijkstra, meer bekend als Harm, bleek een toffe jongen te zijn. Zoo een waar je mee uit visschen kunt gaan. Op deze receptie bleek weer eens wat de D.W.S. visschers voor hun vereeni- ging beteekenen. Zelfs aanvoerder Caldenhove, die toch voor 100% voetballer is wijdde de helft van zijn keurige speech aan de visschers. En met het memoreeren van de genoeglijke vischpartijen met A.F.C. en H.B.S. werd verwacht dat Ajax schoorvoetend zou volgen. Maar dat woordje „schoorvoetend" heb ik gauw ongedaan gemaakt door D.W.S. meteen uit te dagen tegen onze Ajax-visschers. Welke uitdaging spontaan geaccepteerd. En nu zal ik U iets ongelooflijks vertellen. Weet U dat D.W.S. zijn kampioenschap aan een hunner visschers te danken heeft. Ik zal U vertellen hoe dat gegaan is. Zooals ik U in het vorige clubblad vertelde ben ik met een D.W.S.-visscher op stap geweest en kwam ik onder een biertje achter het geheim van die wonderwormen. En hij op zijn beurt trachtte achter het geheim van ons voetbalsucces te komen, waar ik niet in tippelde. Wat heeft toen die oolijkerd gedaan? Die heeft een paar V.S.V.'ers weten te bewerken om als Ajacieden ver momd onze trainingsavonden te bezoeken. En Jack wiens oogen bij kunstlicht niet zoo scherp meer zijn als vroeger is die knapen al onze geheimen gaan openbaren met het bekende Velser resultaat. Hij heeft nooit dankbaarder leerlingen gehad. Had ik dat nu maar een paar weken eerder geweten dan was het voor mij een klein kunstje geweest met eenige A.D.O.'ers hetzelfde gijntje uit te halen. Maar mijn revanche weddenschap in het Stadion heb ik gelukkig van dien snuiter gewonnen, dus heb ik ook eens met mijn borst vooruit kunnen loopen, hetwelk ik dan ook kennelijk gedaan heb. Met dat al wordt het nu zoo'n beetje tijd dat wij ons vischteam in elkaar zetten. 1 Juni gaat de pret weer beginnen en dan moeten wij weten op wie we kunnen rekenen. Dus liefhebbers voor. Daar wij hoogstens met 20 man kunnen gaan, zullen wij er heusch wel wat teleur moeten stellen maar ook hier geldt ,,Wie het eerst komt", enz. enz. Zij die er iets voor voelen van den zomer een paar leuke en onvergetelijke dagen mee te maken, kunnen zich opgeven aan de Clubavondcommissie, maar bij 20 inschrijvingen stoppen wij absoluut. Wij stellen ons voor van den zomer 4 of 5 keer te gaan baarzen en van den herfst één keer te gaan snoeken. En nu nog even mijn laatste vischervaring. Eenige weken terug zou ik eens rustig in mijn eentje gaan visschen en had ergens in de buurt van Uithoorn een bootje besteld om niet de kans te loopen voor een uitverkocht huis te komen, daar in dien polder alleen met een bootje gevischt kan worden. En het bleek geen overdreven maatregel te zijn daar de liefhebberij zoo groot was dat, toen ik arriveerde reeds alle schuitjes weg waren, natuurlijk op mijn reeds bestelde na. Juist zal ik wegroeien komt er onder dikke stofwolken een hakkepuf aangevlogen met mijn vriend Kippedriffie, en hij ziende dat de laatste schuit zou vertrekken brulde als een leeuw om even te wachten. Natuurlijk was hij welkom op mijn jacht en hij dankte den hemel dat ik nog niet was ver trokken daar hij anders weer net zoo had kunnen om- keeren. Nu was het dan ook wel zielig voor hem geweest daar hij als trainer iederen Zondag bezet is en dit een der weinige Zondagen was dat zijn elftal vrij was, zoodat hij ook weer eens eenige uren aan zijn geliefde hengelsport kon besteeden. Wij hadden spoedig een geschikt plekje gevonden en gingen visschen. Nu is Kippedriffie een aardige kerel om een biertje mee te drinken, maar je moet niet met hem gaan visschen. Zoodra hij heeft uitgelegd is de man met stomheid geslagen en zegt hij alleen wat als je je per ongeluk in de boot beweegt. Enfin we zaten zoo te zitten en menig klein vischje was reeds in onze netten verdwenen toen mijn vriend er een aan kreeg die ik alleen nooit uit het water had gekregen. Ik wilde hem natuurlijk helpen maar met een gebaar van „blijf zitten" haalde hij dat karpertje van een pond of zes rustig in de schuit, nam hem van den haak, bekeek hem even, mompelde iets van „aardig visschie", en gooide hem weer in het water. Ik vroeg hem of hij gek geworden was, maar geen antwoord. Presenteerde hem een sigaret. „Merci". „Vuur?" „Asjeblieft". Dat was onze heele conversatie. Gezellig hè. Weer wat kleine vischjes en net zullen wij stoppen krijgt me die snuiter er weer zoo'n loeres aan. Bang met hem in conflict te komen bemoeide ik mij er niet mee en wachtte rustig af wat er nu zou gebeuren. Maar dat is gauw verteld. Precies hetzelfde als met die vorige groote visch. En voor ik tusschen beide kon komen was dat beestje weer in zijn element verdwenen. Toen ik hem na afloop vroeg waarom hij juist die twee groote visschen weer de vrijheid hergaf kreeg ik laconiek ten antwoord: „Ik heb thuis alleen maar kleine pannetjes". Gelukkig dat hij voorloopig weer Zondags met zijn elftal mee moet. LEUGENAAR.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1938 | | pagina 14