SOME SENSES AND SOME NONSENSES. AJAX CLUBNIEUWS - PAG. Ill Op het Damrak mijn vriend tegen gekomen, waar mede het volgende gesprek: Hoe gaat het er mee, Kees, een tijdje niet gezien. Dank je, niet slecht, alleen vandaag heb ik hope loos de p in, en het malle is, dat ik nu al een paar uur lang loop te denken, waarom eigenlijk. Dat is zeker gek, als ik slecht gemutst ben, weet ik altijd wel wat de reden is. Met mij is het ook meestal zoo, maar vandaag kan ik er toch niet achter komen, toen ik vanmorgen wak ker werd, wist ik, dat ik kwaad moest zijn, alleen ben ik vergeten waarom. Op den Dam aangekomen, had mijn vriend het onge luk in onzachte aanraking te komen met een fietsjongen met een fiets eronder waarbij zijn nieuwe regen jas een pracht winkelhaak opliep. Verduveld zonde", meende ik te moeten opmerken. Zonde, ben je gek kerel, prachtig vind ik het, nu weet ik tenminste, waarvoor ik de p in kan hebben. Toen ik er later eens over nadacht, vroeg ik mij af, zijn wij eigenlijk niet precies als mijn vriend Kees? Hoe veel van ons zitten nu ook al in zak en asch, zonder door te denken dat D.W.S. straks tegen A.D.O. gelijk gaat spelen, en wij natuurlijk alles verder winnen. Trouwens als het toch mocht gebeuren, dat D.W.S. kampioen wordt wat wij onze sympathieke Amster- damsche vrienden zeker niet misgunnen laten we dan toch alsjeblieft niet vergeten, dat onze jongens even goed een pracht-seizoen achter den rug hebben, en dat een eervolle tweede plaats, toch een keurige prestatie is. Alleen Jan Oudheusden kunnen wij het vergeven als hij een beetje sip kijkt. Voor de verandering weer eens een veteranen-wed strijd mee gespeeld, en werkelijk enorm gelachen. De scheidsrechter was zoo verschrikkelijk tegen ons, dat ik werkelijk met geen mogelijkheid dit mensch goed zou kunnen beschrijven. Bijna tweemaal drie kwartier hebben wij op 20 M2, voor het doel der tegenpartij gespeeld, en toch maar be nauwd kunnen winnen. De keeren, dat onze tegen standers eens in ons doelgebied doordrongen beloonde de referee prompt met een vrijen schop of desnoods met een penalty. Henk Twelker breekt door en wordt gehaakt, niets gezien, Wim Volkers wordt gemangeld, doorspelen, een back slaat den bal met zijn handen uit het doel. Wat zegt u penalty of misschien corner? Niets hoor, uitbal. Jan Elzenga kopt, handsch geeft onze eminente. Wim Volkers vraagt sarcastisch vriendelijk, ,,hoe lang fluit u al mijnheer?" waarop de scheidsrechter antwoordt twaalf jaar, maar u heeft een waarschuwing". ,,En dacht u het vanmiddag dan nog te leeren", meen ik te moeten opmerken. Resultaat, ook een waar schuwing, iets wat wij trouwens zonder uitzondering allemaal gekregen hebben. Even later, mijnheer, wat moeten die backs eigen lijk met ons presteeren, voor wij ook eens een penalty krijgen. Dit keer kwam het antwoord van een kijker achter het doel, minstens één van jullie doodschieten. Op het formulier stond, beide ploegen te laat in het veld verschenen. Dit kost ons weliswaar een gulden boete, maar die betalen we met liefde, aangezien wij hierdoor de zekerheid kregen, dat hij tenminste één ding goed geconstateerd had. Nu ik het toch over veteranen heb, begrijp ik niet, dat deze tak van dienst zoo hopeloos in elkaar ligt. Waarom kunnen wij nu nooit eens 'n aardigheidje heb ben, we hebben verdikkie toch mooie veteranen genoeg. Andere clubs houden er speciale veteranen-besturen op na, welke vergaderingen en feestjes weten te organi- seeren, waarbij een carnavalsfeest maar een begrafenis plechtigheid is. Ik heb nu zoo dikwijls propaganda gemaakt voor meer tennis, meer visschen, meer clubblad-medewerkers. Wie zet hier nu eens zijn sterke schouders onder? Eigenlijk had ik nooit gedacht, dat mijn geschrijf over visschen zulk een enthousiasme zou ontketenen. Vaste medewerkers heeft het opgeleverd; hoe is het mogelijk? Vooral „leugenaar" weet ons prima vischgeschiede- nissen voor te draaien en ik moet werkelijk toegeven, dat hij soepel liegt, het is niet hinderlijk. Als ik zou liegen, zou ik het tenminste veel sterker doen en direct geschiedenissen ophangen van snoeken met buitenboord motoren en van baarsen, die met hun vinnen roeibooten open scheurden. Neen, dan doet die „leugenaar" het beslist aardiger; als hij zelf niet zou zeggen, dat het onwaar is, zou je het beslist voor waarheid kunnen accepteeren. En is dat in werkelijkheid niet de super-vorm van liegen? Met al dat geschrijf, zou ik nu echter wel eens de vischpraktijk mee willen maken en wacht ik met belang stelling op den dag, dat wij met een selecte Ajax-visch- ploeg een of ander polderland onveilig gaan maken. Wat een copy zal dat geven. Om te beginnen loof ik een medaille uit voor den snoek met het mooiste figuur, of den karper met de liefste blauwe oogen. Wie volgt? JAME,S

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1938 | | pagina 5