Haig
SPREEKUUR VAN Dr. WEETAL.
A J A X CLUBNIEUWS - PAG. 97
I
Het was een frisch, jong vrouwtje, dat binnenkwam,
om en bij de dertig, met een natuurlijke gratie, ietwat
beschroomd natuurlijk.
,,Dr. Weetal", vroeg ze met innemende stem.
„Om U te dienen, maar gaat U zitten en vertel maar
eens, waar het om gaat".
,,Ik heb een zoon, meneer".
,,Dat begrijp ik, een leuke Hollandsche jongen".
,,Hoe weet U dat?"
,,Hier is zijn portret: blonde kuif, frissche wangen,
donker blauwe oogen (een pqar ondeugende kijkers,
mevrouw), stevig gebouwd, maar vol beweging".
,,Maar meneer, kent u hem?"
,,Ik ken z'n moeder. U zorgt goed voor zijn opvoeding?
Vertelt U daar iets van".
,,Goed, meneer. Hij is op een uitstekende school, een
opleidingsschool. Hij moet naar de H.B.S., zit in de
zesde klas en is een der besten, zegt zijn onderwijzer.
Hij krijgt tweemaal per week een uur Fransche les na
schooltijd, een uur pianoles
Wanneer?"
,,Op Woensdagmiddag, meneer".
,,Dat's fout, maar gaat U door".
,,Op Zaterdagmiddag les in timmeren. Als mijn man
een spijker moet slaan, timmert hij meer op z'n duim, dan
op den spijker".
„Prachtig en Uw zoon moet leeren den spijker op
den kop te slaan".
„Juist, meneer, U slaat den spijker op den kop (ze
lachte oolijk), Vrijdagavond heeft Bob gymnastiek".
„Prachtig, mevrouw, u bent een schat
„Meneer, ik dacht met een ernstig man
„Een schat van een moeder, bedoel ik, mevrouw. Maar
wat erger is: Bob is niet tevreden".
„Hoe weet U dat?"
„Ik ben Dr. Weetal, mevrouw. Maar verder. De Zon
dagen, hoe brengt hij die door?"
„Dat zal ik U zeggen, 's Morgens een straatje om met
z'n zusje en 's middags gaat hij met ons mee wandelen,
naar z'n tante of oma".
1I5KY GOES INTO ANY BOTTLE %M
„Vermaakt de jongeman zich daar nogal?"
„Niet erg. Eigenlijk verveelt hij zich. Hij wordt lastig
en moet aldoor verboden worden. Laatst zei hij tegen
me: De Zondag is de vervelendste dag van de week.
Verbeeld U! Wat moet ik anders met hem?"
„Dat zal ik U dadelijk vertellen. Maar er is wat
gebeurd. Vertelt U dat eens".
„Juist, maar hoe weet U dat? Nu dan: Drie weken
geleden was de pianojuffrouw ziek. Bob blij en hij mocht
buiten spelen en meneer verschrikkelijk, een paar
uur later kwam hij terug als een zwijn, onder den
modder".
„Ik weet het, mevrouw, hij had gevoetbald op het
Zwarte land".
„Meneer, U weet alles!"
„Juist, ik zal U vertellen, hoe hij er uitzag. Zijn
schoenen modder, knieën zwart, gezicht rood met vuile
plekken, haren verward, oogen één en al glans, z'n toon
juichend een pracht gezicht".
„Meneer, hoe komt U er bij. Ik heb hem een standje
gegeven, maar wat zegt de bengel: „Moeder, we hebben
gewonnen; ik heb er drie gezetToen heb ik hem laten
uitpraten".
„Heel wijs, mevrouw
„Hij heeft alles verteld, hij vertelt altijd alles. Wat
had die jongen genoten!"
„Had-ie honger?"
„Hij heeft gegeten als een wolf. En toen hij in z'n bed
lag, ben ik bij hem gekomen, met een kleur lag hij tus-
schen de lakens. Wat een bezit, zoo'n jongen. Maar,
maar
„Gaat U door, mevrouw".
„Ik kan hem toch niet laten voetballen?"
„Luister, mevrouw, dat kunt U wel. Op Woensdag
middag pianoles is een misdaad en dan die Zondagen. U
onthoudt den jongen een massa levensvreugd, beweging,
dus gezondheid. Hij moet lid worden van een goede
voetbalclub, dan komt hij tenminste schoon thuis.
„Dat wil" hij ook. Zijn vriedje is lid van Ajax en nu
praat hij ons den kop gek. En nu vraag ik U: „Wat
moet ik doen?"
..Heel eenvoudig, mevrouw. U koopt voetbalschoenen,
kousen en broekje en Bob gaat Woensdagsmiddag naar
het Ajax-terrein aan de Kruislaan. Gaat U zelf maar eens
mee; dan kunt U eens zien, hoe het daar gaat, alles onder
degelijke leiding. Laat papa maar eens een briefje
schrijven aan Ajax, hier hebt U adressen en komt U dan
over eenigen tijd nog eens bij me. Weet U, wat Bob dan
tegen U gezegd heeft: U bent een schat van een moeder".