Gerrit Keijzer vischt voor de
eerste maal in de
Feijenoord sveste.
(Welwillend afgestaan door de
R. d. S.-S. i. B.)
AJAX CLUBNIEUWS - PAG. 149
met een heerlijke branie bleef doorkeien, alsof we met
2—0 vóór stonden, dat was Diepenbeek. Er was niets,
dat hem stoorde. Keizer redde eenmaal zoo formidabel,
dat we geloofden, dat het niet mogelijk was.
En wat gebeurde er vóór, bij ons? Piet van Reenen
werd gehaakt bij de eenige kans, die hij kreeg (we telden
den goal al) en noch Stam, noch Van Wijngaarden
wisten den grondslag te leggen voor een feilloos sneven
van de Rotterdammers. En dan heusch, het zat óók
niet mee!
In ieder geval werd er nog knap gezwoegd en deze
eer moet men onzen jongens laten: ze hebben het nog
geprobeerd! Maar het mocht niet! Feijenoord speelde
zoo „af" en zoo „overtuigd", ondanks Puck van Heel
ontbrak. Er was geen voetbalspeld tusschen te krijgen.
We verloren volkomen verdiend.
Maar Delsen zei na afloop een waar woord: goed,
we hebben verloren, maar we „kunnen" ook Feijenoord
slaan, als het moet. Onze mannen kunnen beter! Prach
tig, Delsen. We zijn accoord en overigens Anderie-
sen kan dit seizoen nog laten zien dat er revanche
mogelijk is.
(Welwillend afgestaan door de R. d. S.=S. i. B.)
Uit den grooten strijd FeijenoordAjax.