DE VIJFKAMP
Q
OM HET KAMPIOENSCHAP VAN 1936/1937,
w
FEIJENQQRO-AJAX 3~(ü
mmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm
PAG. 148 - A J AX CLUBNIEUWS
OOST s GO" AHEAD.
ZUIDs P. S. V.
T^T/TAs/rVi'OTrïi TRIG1 /TAïïTH/T^ILT
rs oiljiho s oici <y>uii<L<iiv.
WEST? AJAX EN FEEJENOOED.
ZONDAG 11 APEIL 1937.
MAAR OOK GEEN VEINE
GÉÉN ÉLAN
Dit is de samenvatting van ons spel in dezen bril-
lanten kijk-wedstrijd, brillant, speciaal bezien door een
Rotterdamschen bril! Met een heilig vuur heeft Feijen
oord van begin tot einde gespeeld. Het was formidabel
en een genot om de Rotterdamsche voorhoede te zien
stormloopen. Keurig werk, vooral van Vrauwdeunt, die
'n subliem partijtje voetbal liet zien.
Het is een gewoonte, om bij het verliezen van een
wedstrijd, de oorzaken op te sporen. Met deze ge
woonte willen wij breken. Overtuigd als we zijn, dat
alle spelers ten slotte geprobeerd hebben, nog te maken
wat er van te maken was, is het minder gewenscht, nu
maar direct over zwakke" plekken in het elftal te
praten en te theoretiseeren. Wij gelooven graag, dat wij
met een andere voorhoede gewonnen zouden hebben,
want ondanks de bedenkelijke „goals", No. 1 en No. 2
(bedenkelijk in de beteekenis van vrij wel cadeau ge
geven), lag toch in dezen de oorzaak van de nederlaag
bij de voorhoede. Vooral Diepenbeek en Keizer hebben
een groot aantal saves gepresteerd, die best opwegen
tegen de laten we zeggen twee vrij slappe vergis
singen. Doch de voorhoede is in gebreke gebleven.
De wedstrijd
vond plaats voor het record-aantal van ca. 45000 toe
schouwers. Het Feijenoord-stadion is overweldigend
van massaliteit, doch daarmede is alles gezegd. Het is
vrij nuchter en wij kunnen ons niet voorstellen, dat de
Feijenoordsche familie zich straks, bij gapende leegten
in de tribune-complexen „knus" zal gevoelen.
Men moet evenwel bewondering hebben voor dit
stuk Rotterdamsche energie en wij hopen in ieder geval
van harte, dat het stoere Feijenoord nog talrijke kam
pioenschappen zal mogen vieren in dit grootsche milieu.
Het begin van den wedstrijd, die voor Feijenoord
alles beteekende en voor ons „alles" had moeten betee-
kenen, doch het blijkbaar niet deed, was een sensatie.
Geheel onnoodig stond Keizer een meter of vijf voor
zijn doelstreep. Of Bas Pauwe, in een ondeelbaar
oogenblik, dat zag, dan wel, dat hij „bofte", in ieder
geval, de bal verdween over Keizer's blonde kuif in den
doelmond. Dat was heel leuk voor Feijenoord, doch
voor ons een jammer, want we hadden 20 minuten werk
om van den schrik te bekomen. In die 20 minuten
speelde Feijenoord met een duivelsch gangetje, dat
niemand van ons kon bijsloffen. Zelfs Anderiesen had
het nakijken. En dat is op zich zelf al een merkwaar
digheid.
De eerste speelhelft was al bijna op, toen Ajax er
juist wat in begon te komen. Een volgens velen regel
matig doelpunt werd geannuleerd, wegens off-side
staan van Stam.
Tot tweemaal toe werd Van Male daarna glad gepas
seerd, doch niet vinnig genoeg. Telkens kon een been of
voet' nog wegmaaien. Men noemt dat geen „veine'
hebben en dat was het ook wel. Er wilde nu letterlijk
eens niets „meezitten". Maar we moeten ons dat niet te
sterk inpraten, want wanneer er voor 'n half centje ver
band gezeten had tusschen onze binnen-aanvalspelers
en de (heusch) zwoegende middenlinie, wel dan had
Van Male er anders afgekomen, want deze wel
moedige keeper kon er leelijk naast loopen, af en toe.
De tweede helft
was 'n bittere 45 minuten voor alles, wat voelt voor
Ajax. De tweede goal van Feijenoord deed het laatste
restje „moreel" vergaan. Van dat oogenblik af, was het
een wedstrijd met een overbluffend spel van Feijenoord
tegen een mee-scharrelend Ajax. Er was iets „dat niet
klopte". We waren er uit. Glad.
Het zat eigenlijk zoo in de lucht, dat we toch geen
greintje geluk zouden hebben en de eenige speler, die