CRITIEKE MOMENTEN mmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmzmz PAG. 138 - A J A X CLUBNIEUWS Met 'n man of honderd zijn wij zoo vriendelijk ge weest gehoor te geven aan de uitnoodiging van den A.V.B. om ons, geheel kosteloos, te laten opleiden tot scheidsrechter. De A.V.B. doet dit op onbekrompen wijze. In een van de luxe, maar toch knusse, zalen van Kras wordt de cursus gehouden en we worden behandeld als of we er dik voor betalen. Wij laten ons dit alles goedgunstig welgevallen. In comfortabele fauteuils, de beenen over elkaar, een sigaar of sigaret in het hoofd en een gedienstige kellner in onze onmiddellijke nabijheid, luisteren wij naar de bevattelijke en onderhoudende voordracht. Wij zijn wat je noemt vogels van diverse pluimage. U vindt onder ons den sjiekeling, die zich onder de les aan de telefoon laat roepen, maar ook de werklooze, voor wien de sport de stimulans is, die hij noodig heeft om zich geestelijk en lichamelijk op de been te houden; den veteraan, die als voetballer heeft afgedaan en nog zoo graag een poosje wil mee loopen, zoo goed als de clubbestuurder, die op de hoogte wil blijven; het piepjonge knulletje, dat zich een schitteren de carrière droomt en nog vele andere variaties meer. Het is alles zeer interessant wat we hooren. We dachten wel, dat we het allemaal al lang wisten, maar het blijkt telkens weer, dat we over verscheidene punten in de voetbalrechtspraak een absoluut verkeerde opvat ting hadden. Het blijft voorloopig zeer rustig en ook de vragen, die nog wat schuchter worden gesteld, zijn uiterst tam. Doch dit verandert als we aan de buitenspelregel komen. Zou men daar ooit over uitgepraat raken? Het wordt een tikje rumoerig en de leider moet zoo nu en dan om stilte verzoeken. De meeningen loopen uiteen. Onder ling worden kwesties opgeworpen en men wordt vrij postiger met vragen. Met de grootste voorkomendheid wordt ieder geval afzonderlijk bekeken en tot oplos sing gebracht. Dan wordt de projectielantaarn gereed gemaakt om het behandelde nog eens aanschouwelijk voor te stellen. Als de titel van de reeks lichtbeelden op het doek ver schijnt, neuriet een gedeelte van het gehoor het over bekende aanvangsdeuntje van Polygoon's filmjournaal en er komt stemming. Het wordt er voor den leider echter niet makkelijker op, want thans dreigt zoo nu en dan het contact met de zaal verloren te gaan. Zoo dra een beeld een bepaald buitenspel geval demon streert, klinken uitroepen als „Da's buitenspel!" ,,Hoe kom je er bij". Hij krijgt toch den bal van een clubge noot?" ,,Niet waar, de keeper heeft 'm aangeraakt". Het geduld van den leider, die zijn stem nogal eens moet uitzetten om zich verstaanbaar te maken en daar om wat meer naar zijn glas water moet grijpen, is on uitputtelijk. Iedereen wordt tevreden gesteld. Tot zes, zeven maal toe en telkens met andere woorden, wordt soms hetzelfde gevalletje uitgelegd, als een van ons blijk geeft niet bijster vlug van begrip te zijn. De pauze is zeer welkom. De zaal zet nu algemeen de discussies voort en de leden van de scheidsrechter commissie, die natuurlijk acte de présence gaven, schui ven de stoelen bij elkaar om een geanimeerd gesprek te beginnen over de vele eigenaardige en critieke momen ten uit hun loopbaan. Het zijn meest oude rotten, die heel wat hebben meegemaakt en daarvan smakelijk kunnen vertellen. Natuurlijk nemen ze elkaar een enkel keertje in de maling, wat steeds aanleiding tot groote vroolijkheid geeft. Zeg, hoe komt het toch, dat jij den laatsten tijd zulke mooie wedstrijden krijgt en ik niet? Nou, misschien omdat ik het een beetje beter doe dan jij. Nee, dat is et'm niet. Wil ik je 's wat zeggen. Dat komt omdat jij zoo'n mazzel hebt. Bij jou wint altijd de thuisclub. Vanzelf komen de herinneringen naar boven. Ik vertelt nummer één heb eens wedstrijd gefloten ergens in het Zuiden. Naar mijn eigen idee was ik heusch zoo slecht niet, maar ik kon geen goed doen bij het publiek. Na afloop bleef een heel stelletje voor mijn kleedkamer samenklonten. Ik liet den aan voerder van de thuisclub bij mij komen en vertelde den jongeman, dat zijn vereeniging verantwoordelijk was voor mijn kostbare body. Het was niet tegen een doove gezegd en binnen vijf minuten verschijnen enkele rechercheurs, waarvan de woordvoerder mij de verras sende mededeeling doet, dat hij als politieman de plicht heeft mij te beschermen, maar dat hij er veel meer voor voelde mij een pak op m'n donder te geven. Voor mij vervolgt nummer twee is eens een heel stadspark afgesloten. Na een wedstrijd in een Noordelijk provinciestadje vergezelde mij zoowat de heele bevolking naar het station en daar was ik natuur lijk minder op gecharmeerd. Een stelletje agenten vormden een cordon om mij heen en in een niet al te vlug tempo ging het stationswaarts. Nu wilde het toe val, dat onze weg dwars door het stadspark voerde en dat dit park, omgeven door een breede gracht, van onze kant maar één toegang had en wel over een smal

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1937 | | pagina 12