PAVILJOEN APOLLO
MET DE AMBTENAREN BRIDGE GEDREVEN
VOOR UW
RECEPTIES
DINERS
EN SOIREES
TELEFOON 92410 APOLLOLAAN 2
PAG. 76 - A J A X CLUBNIEU W|S
NOG niet zoo heel lang geleden schreef ik over
bridge, als over iets machtigs, iets voor mij
schier onbereikbaars, en ziet, nauwelijks eenige
maanden verder, hebben de heeren, Wessels en de
Jongh zich al zoo ver vergeten, dat zij zonder debacle
vrees mij in hun bridge-team uitnoodigen.
Voor mij, die alleen nog maar van die huis-, tuin
en keukenspelletjes speelde was het een ware sensatie
om aan een heusche bridge-drive, met heusche bijbe-
hoorende attributen, te mogen deelnemen. En eerlijk
gezegd, het is me best bevallen dat bridge drijven; suc
ces hadden we niet veel, en onze tegenstanders toon
den zich de beste bridge drijvers, die zich onledig hiel
den met ons in een hoek te drijven. De einduitslag was
dan ook bijna een misdrijf van ons bridge-drijf-bedrijf.
Zal trouwens wel weer overdrijven.
De match stond onder leiding van ons lid den heer
Rous, die zijn taak zoo onpartijdig vervulde, dat
hij zich onze namen niet eens meer herinnerde en meer
malen aan een van onze menschen vroeg, bij welke
partij hij nu eigenlijk wel hoorde. Misschien krijgt Jan
Grootmeyer nog wel eens een. voetbalwedstrijd van ons
te fluiten, en het zou mij niets verwonderen, als hij na
lezing van het bovenstaande aan Wim Andriessen
vraagt: „waar kan ik U toch meer gezien hebben?"
Onze tegenstanders waren de Gemeente-ambtenaren
en hier zit 'm de kneep, een doorsnee ambtenaar is
passief (in het goede dan natuurlijk) en een voetballer
agressief, zet dit tegenover elkaar en laat down-slagen,
flink mee tellen, en U weet bij voorbaat wie wint.
Stuk voor stuk speelden onze tegenstanders met een
zekerheid, een ambtenaar waardig. Heeft U wel eens
een aanmaning of een dwangbevel gekregen waar aan
te tornen viel? Neen waarschijnlijk, nu aan een drie
sans atout van een bridge-spelende ambtenaar valt ook
niets te doen, met dezelfde zekerheid nemen, de heeren
je er tusschen. En dan hun biedingen, voor elkaar vol
komen begrijpelijk, doch voor ons zonder eenige tip,
en hier heeft U tevens de bevestiging van mijn stelling,
heeft U wel eens een ambtenaar zien tippen? Heeft
U wel eens gehoord dat bij een trouwpartij de bruide
gom even apart genomen wordt, en dat men hem ver
trouwelijk in het oor fluistert: ,,doe toch niet zoo gek
kerel, nu kan je er nog van af, terwijl wij je straks in
ketenen moeten klinken".
Neen, dat doen die heeren niet, zij spelen maar,
en verzamelen de punten, die eigenlijk ook gedeel
telijk voor ons bestemd zijn.
Aan een tafel verloor ik met mijn partner zooiets
van duizend punten en ik zocht naar een pleister op
de wonde. ,,Het zit ons niet mee, mijnheer", zei ik tegen
mijn tegenstander-buurman, in de stellige verwachting,
dat hij zou antwoorden met een „Zegt U dat wel, U
krijgt bar slechte kaarten". Niet waar, ik gaf hem een
kans om sportief te zijn, maar zijn antwoord was een.
misrekening, het was zooiets van „och jullie voetballen
nu eenmaal beter".
Als je bovendien nog slecht voetbalt, dan kan je na
zoo'n gezegde waarschijnlijk het beste je hoed opzetten
en een stukje gaan wandelen.
Een ander koppel had ook een tactiek, die waard
is vermeld te worden. Mijnheer Noord rookte een pijp,
geen gewone, maar zoo een van het type, waaruit
vroeger Duitsche herbergiers pleegden te rooken. Als
wij nu speelden en ik dacht juist de situatie goed te
overzien, dan blies hij mij een dikke wolk rook in het
gezicht en als ik dan begon te weifelen, dan vroeg
zijn partner Zuid: „zeg speelt die Wim Volkers heele-
maal niet meer voor jullie eerste elftal" en na afloop
waren wij dan weer twee of drie down.
Maar hoe dan ook, in het vervolg blijf ik meedrijven,
tenminste, als Harry mij houden wil; ik heb wat ge
leerd en als ik weer tegen vreemden speel, ga ik ook
een pijp rooken, en dan ga ik vragen, „zeg mijnheer,
drinkt uw broer nog altijd zooveel", of „is het waar,
dat uw zuster altijd zoo laat thuis komt", en als ze
dan tot de conclusie komen, dat ik niet erg snik ben,
'dan heb ik allang gesneden en ingetroefd en weet ik
veel wat voor dingen, gedaan.
Maar in ieder geval heb ik dan gewonnen, en daar
om ben ik zoo blij, dat ik tegen die ambtenaren mee
gedaan heb, want voortaan zal ik over een weergalooze
wedstrijdroutine beschikken.
Vreest, Culbertson, vreest, Goudsmit, een groot wed-
étrijd-bridger is geboren.
„Bridge drive, you are driving me crazy."
JAMES.