ONZE JUBILEUM-PRIJSVRAAG PAG. 66 - AJAX CLUBNIEUWS Bij een jubileum-nummer behoort iets bijzonders! De redactie, die zich nooit op het glibberige pad van „attracties" en „premies", welke tegenwoordig bij kran ten schijnen te behooren, gewaagd heeft, heeft zich het hoofd gepijnigd over de vraag, hoe zij aan dit feest nummer zoo „iets bijzonders" kon verbinden. Dat er iets gebeuren moest, stond voor ons vast. Doch wat? Wij hadden natuurlijk aan al onze lezers bij deze heugelijke gebeurtenis bijvoorbeeld een premievrij ouderdomspensioen kunnen aanbieden. Of een gratis reis van een dag of veertien naar de Rivièra. Of een nieuw costuum. Het leek ons alles echter minder geschikt, ook al, omdat wij het er spoedig over eens geworden waren, dat er verband moest liggen tusschen de attractie en het Ajax-leven, zoo mogelijk zelfs met het jubileerende clubblad. Een prijsvraag dan, bijvoorbeeld om eens uit te zoe ken, hoeveel Ajacieden in den loop der jaren voor het Nederlandsche Elftal hebben gespeeld? De gedachte van een prijsvraag leek ons geen slechte, doch de opgave al zeer gemakkelijk, omdat wij onze Pappenheimers kennen en wel weten, dat zij dan allen fluks dat voortreffelijke voetbal-jaarboekje van Hirsch- man zouden gaan koopen, waarin al deze dingen en nog veel meer! met jaar en datum te vinden zijn. En voor 40 ets. (dat is de luttele prijs van het boekje) wil ieder natuurlijk graag mededingen naar de prachtige prijzen, die wij „den Dikke" in een onbewaakt oogen- blik voor dit doel afgezet hebben! Iets anders dus. Wij peinsden en piekerden, onze hersens kraakten en zoowaar werd de lumineuze idee geboren van de prijs vraag, die U hiernaast vindt en die zonder eenige restrictie den juisten band legt tusschen ons blad en ons jubileum. Wij waren er! Want hoe konden wij dien band tusschen blad, jubi leum en. lezers beter leggen dan door de prijsvraag te laten slaan op hen, die tot dit jubileum en voor het blad en zijn lezers, hun beste krachten gegeven hebben: Onze medewerkers! Onze schrijvers, onze verslaggevers/kroniekschrijvers, belletristen, poëten, statistici? Daarom drukken wij elders in dit blad de foto's af van hen, die in den loop der jaren aan ons blad mede gewerkt hebben en wij vragen thans om onder deze foto's de namen met eventueele schuilnaam (namen) te vermelden. Te gemakkelijke opgave, meent ge? Vergist U niet en weest voorzichtig, Want wij waar schuwen U: er schuilen addertjes onder het gras! Vóór ge het weet, zijt ge erin geloopen. Te moeilijk dan? Vooral voor de jongeren, die niet ver genoeg in het verleden terugblikken kunnen? Wij meenen, dat juist dit een der aantrekkelijkste zijden dezer prijsvraag is: de jeugd zal te rade moeten gaan bij de ouderen en zoo zal de band tusschen deze beide categorieën middels deze prijsvraag gelegd, res pectievelijk vernieuwd kunnen worden. En de ouderen zullen de jongeren dezen steun niet weigeren en als zij in hun herinnering teruggrijpen, dan zullen zij daarbij gelegenheid vinden om iets te vertellen uit de lang vervlogen jaren van het Ajax-leven, toen het ook zoo slecht niet was... „Wie zijn zij, onze schrijvers?" is de titel van deze prijsvraag, waarvan de antwoorden uiterlijk Donderdag 10 December binnen moeten zijn. Op 6 December is er nog een wedstrijd van het eerste elftal, tegen D.F.C., zoodat men dan nog alle gelegenheid heeft om zijn licht op te steken. Het is de moeite waard om deel te nemen, dat ver zekeren wij U. Tien prijzen, de eene nog mooier dan de andere, hebben wij voor de goede oplossers beschik baar. Doch wij waarschuwen nogmaals: neemt het niet te licht op, want allicht vergeet gij een pseudoniempje... De geachte Redactie Zet mij in actie, Ze vraag om een prentje of plaatje En liefst daarbij nog een praatje. Maar helaas, ik moet het bekennen, Het schrijven wil niet meer wennen. De pen is verroest, de knokkels zijn stijf En bovendien heb ik nu een ander bedrijf. De tijd ging voorbij, Ajax werd groot, Het clubblad een onmisbaar kleinood, Het verbond U allen reeds twintig jaar. Heel veel succes wenscht U verder KRABBELAAR.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1936 | | pagina 10