PAG. 44 A J A X CLUBNIEUWS
MARIUScoccocEN ZILVER
Op 1 November 1911 trad
Marius Koolhaas toe als lid
van Ajax.
20 jaar Ajax^bestuurder
IN de werkkamer van Marius, in diens woning
aan de Oranje Nassaulaan, vindt men in alles
den man terug, die voor zijn sport leeft. Hij
heeft zich hier omringd met die tallooze attributen,
die een onafgebroken, vruchtbare deelneming aan
het sportleven schenkt, eereteekenen in den vorm
van vele diploma's, tropheëen en clubstandaards.
Het is alles kleurrijk en overtuigend. Binnen? en
buitenland zijn vertegenwoordigd.
Een keur van sportannalen, van heinde en ver,
liggen in onmiddellijk bereik; de Ajax?Clubbladen,
keurig gebonden, jaargang na jaargang, vormen
een hoofdbestanddeel ervan.
Deze inleiding over Koolhaas' milieu is geen
aanloop voor een intervieuw. Ik heb het niet
noodig, onzen Ajax?voorzitter Koolhaas en mijn
persoonlijken vriend Marius, te intervieuwen. Ik
ken Marius Koolhaas van binnen en van buiten.
Wanneer ik dit artikel, naar aanleiding van zijn
zilveren lidmaatschap van Ajax, begin met een
blik te gunnen in het werk?interieur van dezen
Ajacied, dan is dat alleen om te laten zien, hoe
deze groote voorvechter van Rood en Wit in zijn
geheele leven, tot in de huiselijke sfeer, innig ver?
bonden is met de sport.
Marius Koolhaas is een geboren vereenigings?
leider. Hij bezit alle eigenschappen, die daarvoor
noodig zijn: karakter, werklust en eerzucht. Hij
verstaat het volkomen met iedereen uit te komen,
doch hij gaat geen millimeter af van zijn eerlijke
overtuiging. Dat is zijn kracht.
Er behoort wat toe om een vereeniging als Ajax
te leiden. In onze vereeniging, met zijn honderden
leden van velerlei schakeering, alle met hun indivi?
dueele verlangens en adspiraties, moeten vele
compromissen tot stand gebracht worden. Bergen
en dalen moeten tot elkaar gebracht. Ver?
schillen moeten worden beslecht. Tegenstellingen
opgeheven.
Dat is de taak der leiders. Zulk werk nu ligt
Marius. Hij is ervoor geknipt. De gemoedelijkheid
is direct herkenbaar in de persoonlijkheid van
dezen clubman.
Wij hebben nimmer aan de bestuurstafel van
ons Ajax gezeten. Doch we kunnen Marius hooren
en zien in zijn functie van voorzitter, zonder aan?
wezig te zijn. Er is reeds, in den kring van een club?
bestuur, levenskunst voor noodig, om de twee
einden van den draad der goede verstandhouding
bijeen te knoopen.
Wij kennen Marius van tallooze excursies, van
plechtigheden, vroolijke en droeve. Hij vindt
steeds het goede woord. Hij is blij met de verheug?
den en hij lijdt met de geslagenen. Marius is
allround.
En dezen man bezit Ajax vijf?en?twintig jaar.
Ik ben overtuigd op deze plaats in ons lijfblad,
allen Ajaxmenschen, klein en groot, jong en oud,
linea recta uit het hart te schrijven, wanneer ik
Marius Koolhaas, hartelijk hulde breng voor de
onmetelijke massa werk voor onze club verricht
in deze 25 jaren.
Ik doe dit, als Ajax?man en als vriend beide,
want ik heb een diep respect voor Marius, als
hoofdfiguur in onze vereeniging, doch vooral als
mensch. En dit laatste is zeker het voornaamste,
want het is een groote zaak van zoovele goede