DOLCE FAR NIENTE!
PAG. 6
A J AX CLUBNIEUWS
Nunspeet-vacantie-36.
Schrijf een stukje voor de clubcourant, ons lijf
orgaan", zei Koolhaas op den avond voor mijn vertrek
naar de Veluwsche landouwen, toen ik het adres van
een bekwamen en goedkoopen chauffeur kwam halen
om mij met vrouw, kroost en gedienstige netjes en
billijk naar dit heerlijk oord te kunnen laten expediëe-
ren. Schrijf maar wat, desnoods over de Veluwe, want
ik sta er ditmaal alleen voor; Kik Geudeker zit in Zwit
serland met de wielrenners en Melchers maakt Buda
en Pest onveilig bij de Magyaren, zelf heb ik vacantie
en dus nog genoeg te doen!"
Het verbaasde me niet, inderdaad als Koolhaas va
cantie heeft, dan heeft hij genoeg te doen. Dan pas kan
hij zijn hobby, het Ajax-veld vertroetelen, dan klimt en
klautert de Ajax-praeses met timmerlui en schilders
over hekken en over daken, dan zie je hem met tuinlui
en met groundmen op en achter de grasmachines, dan
vindt ge hem met potten en kwasten in de corridors
en als September in het land komt en alles glimt je
tegemoet, dan heeft Koolhaas zijn „dolce far niente"
ook weer gehad. Dan heeft hij en mangeant 1 appetit
gevonden, om zijn schouders weer monter onder het
komende werk te zetten, dat den voetbal-officials het
nieuwe seizoen brengt.
Dolce far niente, de voetbalwellustelingen kennen het
genot hiervan niet! Las ik niet, languit in de heide lig
gende, dat de Bondsvergadering weer heeft plaats ge
had. In het Kurhaus te Scheveningen noba bene, met
een vergezicht op de rimpellooze Noordzee vergaderden
de 60 lieden, de Bondsvergadering uitmakende, j.l. Zon^
dag. Toen duizenden zich aan het strand en op de
boulevards in de zon koesterden, kropen de voetbal-
parlementiers in een min of meer bedompte zaal om een
paar belangrijke voetbalzaken uit te knobbelen. Met het
uitzicht niet op de zee alleen, maar ook op een paar
uur vertier in Hollands fraaiste badplaats, slaagde de
Bondsvoorzitter er in de agenda tegen de middaguren
af te handelen. Marius Koolhaas schijnt voor een paar
verloren zaken te hebben moeten pleiten en Jan Groot-
meijer maakte namens de W\E,K. de nieuwe compe
titieplannen, concept Schreuder, Burgwal c.s. met den
grond gelijk.
Niet alleen op het veld maar ook in de organisatie
treedt Ajax meer en meer op den voorgrond. Je moet
er maar lol in hebben den mooien Zondag op te offeren,
om in het hartje van den zomer over voetbal te praten.
Opvallend was het dat ik geen woord in de courant
las over ons afwezig zijn in Berlijn bij de Olympische
Spelen. Als U mij vraagt, is als de Heeren verga
deren reeds 90 procent in kannen en kruiken en is
het eigenlijk meer een beleefdheid om eens te vergade
ren tegenover de lui, die de bondsvergadering kiezen.
De geheime diplomatie speelt in ons voetbalparlement
een grooteren rol, dan men over het algemeen denkt.
Ook de voetballers zijn uit hun „dolce far niente"
gewekt. Ajax heeft al weer een paar heldendaden ver
richt, voor het seizoen feitelijk goed is begonnen. Twee
maal heb ik ons eerste al zien spelen, n.l. tegen Wacker,
een troetelkind van onzen voorzitter en tegen de Chi-
neezen op een avond in het Olympisch Stadion. Twee
prestaties van de bovenste plank. Een gelijk spel tegen
deze voetbalartisten uit Weenen en een flinke overwin
ning op de pittige China-spelers, die tot elks teleurstel
ling hun staarten hadden thuis gelaten, beloven weer
iets voor het nieuwe seizoen. Maar deze cijfers niet
alleen. Het spel op zich zelf was een belofte! Vooral
tegen de Oostersche vrienden was onze ploeg uitmun
tend op dreef.
Been blijkt meer en meer een aanwinst, onze half
back linie was best ondanks een mankement van Wim
Anderiessen. In de voorhoede ging het crescendo. Stam-
Blomvliet en de linkervleugel opereerden dat het een
lust was, Piet van Reenen was 90 minuten gevaarlijk
en ik maak mij sterk, dat deze ploeg minstens 2 goals
per match sterker is dan die van 1935-36. „Houdt de
ploeg zoo", fluisterde ik Hein Delsen in zijn oor, die
mij een beetje medelijdend nakeek en mij tegenwierp:
„in de tegenwoordige competitie hebben wij aan 20
goede spelers nog juist niet genoeg." Wat maar zeggen
wil dat in ons tegenwoordig voetbal de kans op spoe
dige promotie zeer groot is. Wie vooruit wil en met lust
en liefde oefent komt er. Stam, Blomvliet, Gerritzen,
ze zijn met anderen een bewijs dat eigen kweek toch je
ware is. Ook Reynolds krijgt weer werk, zijn jaarlijk-
sche dolce far niente ligt al weer lang achter hem. Het
werk wacht!
Ook de Clubbladredactie wacht weer werk en het is
opvallend hoe weinig leden ons drietal helpen. Reeds
jaren zijn het altijd dezelfde menschen, die ons blad vol
schrijven. Onze courant, destijds verschenen als een
spreektrompet voor en door de leden; het rood-witte
orgaan, dat een ieder gelegenheid bood iets te zeggen
over het clubbelang, iets te schrijven ten voordeele van
het algemeen voetbalbelanq bijv. moest in deze te kort