AJAX CLUBNIEUWS - PAG. 105
„Een juichkreet dav're langs de velden,
tranen blinken in mijn oog,
en de punten van mijn vulpen,
buigen juichende omhoog.''
Zoo is het, en niet anders; Ajax is weer kampioen
voor een jaartje, en alles wat rood-wit voelt, jubelt en
juicht.
Onze jongens hebben het maar weer schitterend voor
elkaar gebokst, en zooals ze thans spelen, zal het de
andere Afdeelingskampioenen straks niet mee vallen.
Idioot, die ik was om een paar keer aan hun capa
citeiten te twijfelen; vergeef me, jongens, hoe kan ik
het ooit weer goed maken?
Hoe heb ik ooit kunnen schrijven,
met ons elftal gaat het mank,
met mijn hoedje in mijn handen,
zeg ik thans deemoedig dank.
Maar ik stond niet alleen en nu ga ik even een pak
oude kranten en sportbladen opslaan.
Om te beginnen AjaxA.D.O. Onze laatste kans,
schrijft men, het werd zoo iets van 91; zouden we
dan toch? R.C.H. uit, verloren, een sof dag, weet je
nog, Jack, op de Westermarkt, toen onze bus-chauffeur
zoo over de nederlaag zat te piekeren dat hij tegen
lijn 14 aan botste. En verder een bonte opeenvolging
van „laatste kansen", V.S.V.Ajax, AjaxHaarlem.
HaarlemAjax, AjaxSparta en niet te vergeten
H.B.S.Ajax. De juiste rangschikking weet ik niet
eens meer uit mijn hoofd, maar de geijkte voorspelling
kan ik mij nog goed herinneren Ajax laatste kans -
Ajax laatste kans
Het begint in mijn hoofd te hameren, wat een onzin,
wat een flauw gezwam, een kans is een kans, en wie
kans ziet zijn kans tot het laatste te bewaren, heeft
altijd kans.
Leest de krant van Zondagmorgen,
Ajax kans blijft nog bestaan,
neem de krant van Maandagochtend,
Ajax heeft thans afgedaan.
Wie kan in de toekomst lezen,
wie kan zeggen wat geschiedt?
zoolang elf kerels willen,
deugen onze regels niet.
Twee jaar geleden naar H.B.S. geweest, om met onze
spelers op Houtrust het eene benoodigde puntje voor
het kampioenschap te gaan halen. Met open rijtuigen
zou men ons aan het Station afhalen, en met lijn 1
kwam ik thuis.
Na deze sof heb ik mij voorgenomen, mij nooit meer
naar H.B.S.Ajax te begeven, vandaar, dat ik mij na
den BelgiëHolland-kaartjesmaalstroom, niet in de
H.B.S.Ajax dito hoefde te werpen.
Met een vriend ben ik ergens buiten een andere
sport gaan bedrijven, terwijl ik mijn gedachten naar
het Haagje heb gezonden.
Het resultaat wilt u nog weten? Nu dan, mijn vriend
vond het noodig bij een val een of ander stuk gebeente
te breken, en in een Gooisch ziekenhuis hoorde ik
middels een verpleger het prachtige resultaat door onze
jongens bevochten. Ondanks alle misère, heb ik daar
een dansje willen maken, maar aangezien alle ver
pleegsters „beschaftigt" waren, zijn we maar kalm naar
Amsterdam gereden.
Van nu af aan zal er geen wedstrijd meer zijn, waar
bij ik onze mannen geen „Hup, Ajax!" toe brul. Al-
doende leert men.
We zijn Kampioen, en we drukken in stilte
vol dankbaarheid, Wim en zijn kerels de hand,
nog eventjes voorwaarts, en dan is Ons Ajax,
straks zeker weer „Kampioen van het land". JAMES
HENK MULDERS
„Hoe vond je me als zwerver"?