PAG. 18 - A J AX CLUBNIEUWS PUBLIEK EN NOG WAT, Er was eens in het oude Athene een heer, die luisterde naar den naam van Aristides. Als bijzon? derheid wordt er van hem verteld, dat hij door en door eerlijk was. Een verschijnsel, dat dus blijkbaar ook in dien tijd vrij zeldzaam voorkwam. Die mijnheer Aristides kreeg den bijnaam van: „De Rechtvaardige". Eens, toen de bevolking door middel van een schervengericht den een of den ander kon doen verbannen, ondervond Aristides, dat ook goede eigenschappen het misnoegen van de massa kunnen opwekken. Een onbekende vroeg hem n.l. te helpen bij het stemmen, daar de Grieksche schrijfkunst hem te machtig was. Toen Aristides hem vroeg welken naam hij als adspirant?banneling moest noteeren, kreeg hij ten antwoord: „Aristides." Onze rechtvaardige vriend was ietwat onthutst en vroeg: Waarom wil je dien man wegsturen? Heeft hij iets verkeerds gedaan? Och, dat niet! was het antwoord, maar het ver? veelt me, hem altijd als den rechtvaardige te hooren noemen. Die eigenaardige mentaliteit der massa, dat ook het goede haar tenslotte gaat vervelen, is nu zoo'n slordige 4000 jaar na Aristides, niet uitgestorven. Wij hebben van de onsterfelijkheid van die ge? moedsgesteldheid een aardige show meegemaakt op den eersten dag van het Arol?tournooi. Van die show zijn eenigen onzer blijkbaar zóó geschrokken, dat ze met bleeke gezichten en trillende Parkers er lange kolommen over gevuld hebben in ons vorig clubblad?nummer. Deze regelen dienen om onze collega's clubblad? vullers gerust te stellen. Wat er aan de hand is met de publieke opinie ten opzichte van ons? Niets. Alléén dit, dat een club, die jarenlang niets anders te doen schijnt te hebben dan kampioen te worden, de massa gaat vervelen, vooral als die massa grootendeels bestaat uit supporters van andere clubs, gelijk bij het Arol?tournooi het geval was. Daar komt nog bij, dat gedeeld leed altijd nog half leed is. D.W.S. verloor van een tweede klasser, Bl.?Wit speelde gelijk tegen het tóch ook niet sterke Z.A.C. En toen daarna bleek, dat niet alleen hun club een sof sloeg, doch dat ook dat vervelende, haast altijd winnende Ajax, nu eens ook niet won, kende de vreugde van de Blauw?Wit en ?Zwarte supporters geen grenzen meer. Niet ten onrechte spreekt men in de Neder? landsche taal van zuster? en niet van broederclubs. Als u ooit zusters gehad heeft zal het u opgevallen zijn, dat die óók altijd mot hadden. „Wij zullen bij ons zelf te rade moeten gaan of er wellicht in ons spel en in ops optreden aanleiding is geweest tot deze onheusche bejegeningen" schreef „Seat." Stel u gerust, waarde heer, de duizenden die sprongen en dansten na afloop van Ajax?N.A.C., zouden het óók gedaan hebben als er door geen der Ajacieden maar ook één freekick gemaakt, of ook maar één bal ontijdig buiten de lijnen gedeponeerd was. Die duizenden hadden alléén lol omdat niet alleen hun club 'n sof gehaald had. De anti?Ajaxstemming was er al vanaf den af? trap en dat ze lol hadden in het Ajax?échec en dat ze dat zoo onbeheerscht lieten blijken deed alleen gek aan, omdat diezelfde onbeheerschte massa en ongelimiteerde zelfbeheersching van onze spelers, als iets vanzelfsprekends eischte. Meen intusschen niet, waarde lezer, dat het feit mij ontgaan is, dat meer charching toegepast werd dan bij Ajax gebruikelijk is en dat er wel eens een bal onnoodig uitgetrapt is. Doch was dat een nieuw verschijnsel op de Nederlandsche voetbalvelden? Had het publiek zoo iets nog niet gezien? Hier gold het spreekwoord, dat de één een koe mag stelen en de ander zelfs niet over het hek kijken. En voor een anti?Ajaxstemming lag daarin geen reden, de wedstrijd stond en qualitatief en sportief zeker niet onder het peil van de overige wedstrijden op dien dag gespeeld. Het eenige bijzondere was, dat Ajax niet won en daarom had men lol. Het kan niet anders of de prestaties van Ajax in de laatste jaren moet eenerzijds de bewondering en anderzijds nijd opwekken, welke nijd dan wel eens leidt tot den wensch, dat Ajax als groote „voetbalmogendheid" zal verdwijnen. En daar meende een massa Ajax?onwelgezinden eenige weken geleden den dageraad van te zien. Helaas voor hun schijnt het, gezien de 91 op Ado, met Ajax te gaan als met Lagardère, die vaak als dood werd geannonceerd en dan later tot schrik van zijn vijanden bleek springlevend te zijn! ADE.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1935 | | pagina 4