HET JONGE EENDJE EN DE JONGE SPELER. A A X CLUBNIEUWS - PAG. 3 heeft mij beloofd, dat hij na afloop van zijn erva? ringen in ons clubblad zal vertellen, zoodat ook wij uit deze rijke voetbaldisch een vorkje mee zullen pikken. J.l. Zaterdag is het spel in Engeland begonnen. Maar laten wij daar liever Oudheusden de vol? gende maal zelf over aan het woord laten. Oostenrijk in moeilijkheden. Ook onze Oostenrijksche voetbalvrienden zijn j.l. Zondag met hun competitie begonnen. Bijster florissant staat het er echter in Weenen met de voetbalclubs niet voor en ook de Oostenrijksche Voetbalbond schijnt in ernstige finaneieele moei? lijkheden te verkeeren. Austria is eigenlijk het eenige elftal, dat er gezond voorstaat, voornamelijk door het feit, dat zij het het langst uitgehouden heeft in den strijd om den Mitropa Cup, wat nog? al wat geld in het laadje heeft gebracht. Maar overigens is het overal eb in de clubkassen en eveneens in die van den Oostenrijkschen Voet? balbond, waar in vroeger jaren de vereenigingen nog wel eens konden aankloppen, maar waar het op het oogenblik ook „huilen" is. Om wat verbetering in den toestand te brengen heeft men eerst nog getracht een interlandwed? strijd vast te stellen, maar ook dit kon niet door? gaan, daar zoowel bij de Oostenrijkers zelf als bij de tegenstanders de tijd ontbrak. Overigens heeft Austria op haar laatste Roe? meensche toer een vrij onaangenaam, maar niet? temin vermakelijk avontuur beleefd. Het gebeurde toen namelijk, dat in den wed? strijd tegen Ripensia de Weeners bij de rust een 39 voorsprong hadden veroverd. De Roemenen veranderden toen van keeper en de afgezette doel? man ging als toeschouwer achter het doel zitten. Tot tweemaal toe kreeg Ripensia daarna een strafschop te nemen en wie schetst de verbazing der Austria?spelers, toen zij zagen, dat beide malen de „afgezette keeper" van zijn plaats achter het doel opstond, naar het strafschoppunt wan? delde en de penalty benutte. Deze was blijkbaar een strafschoppen?specialiteit. De geschiedenis had in zooverre onaangename gevolgen voor de Weeners, dat Sindelar, de be? kende middenvoor, na een woordenwisseling hier? over met den scheidsrechter uit het veld gezonden werd. „SCAT". GEIEN ERGENS OP O IE WIERIEILD) WAAR GEBEURDE OIESGeEEOIENES.> Er was in een plas eens een eendje, Een eendje heel mooi,maar heel jong, Waarvan heel de eenden?kolonie, Om 't hardst hare schoonheid bezong. Door al dat onzinnig gesnater, U weet, van de „eend in the street", Vond 't kleine en nog jonge eendje, Zich zelf al heel spoedig een Piet. Het luisterde weldra naar niemand, Voor ouderstem bleef het als ijs, En eens, ondanks smeeken en dreigen, Ging 't eendje alleenig op reis. Nu mest men het vet, voor het Kerstfeest, Maar 't eendje, dat snapt het nog niet, 't Vertelt slechts vol trotsch aan de kippen Hoe mooi zij er zelf wel uit ziet. Er was eens een heel jonge speler, Van zeventien jaar ongeveer, Een voetballer werkelijk prachtig, Bestemd voor een loopbaan vol eer. Hij kwam al heel jong in het Eerste, En was daar al spoedig een kei, Maar liep toen heel vaak van verwaandheid, Zijn oude bekenden voorbij. Hij kreeg door z'n sportnaam veel „vrienden", Die snoefden graag met hem op straat, Hij kon gratis rooken en drinken, U weet wel hoe of dit vaak gaat. Nu speelt hij niet meer in het Eerste, „Men" weet haast niet meer, dat hij leeft, Dat komt als men denkt, dat de wereld, Slechts oog voor een voetballer heeft. A Een eend kan men niets kwalijk nemen, Dat beest is per saldo een eend, Die weet niet, dat schijn en geflonker, In 't leven alleen wordt geleend. Daarom jonge spelers, blijft luis'tren, Naar oud'ren gemeend, goede raad, Dan blijf je in sport en in arbeid, In voorspoed en pech steeds paraat. JAMES.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1935 | | pagina 3