TRIBUNE TYPE, PAG. 132 - A J A X CLUBNIEUWS Wij zitten in den bak, niet in een weinig gewaar* deerde inrichting op de Schans of zoo, maar op het stuk tribune, dat in den volksmond „Officieel* gedeelte" heet. Naast mij zit een onbekende. Hoe hij er komt, wie en wat hij is, is voor mij diep ge* heim, maar op „Officieel" zie je bij tijd en wijle zooveel on*officieels, dat je daar niet meer over peinst. Hij maakt niet den indruk, van wat men noemt een „well*to*do*man". Integendeel! Zijn hoed heeft den vorm van een rutschbaan en is bepaald „out of fashion", terwijl zijn jas vóór drie jaren, nog goed*voor*door*de*week was. Overigens heeft hij het voorkomen van een heer. Mijn buurman schijnt geen vreemdeling in 't voetbal*Walhalla. Hij is insider, hetgeen blijkt uit het gesprek, het* welk hij met mij aanknoopt. Hij kent al de aan* wezige officials, spelers, etc bij naam en toenaam, schijnt kind*aan*huis bij den K.N.V.B. en ontpopt zich als een waar biograaf. Hij behoort tot die categorie van menschen, die zichzelf gaarne hooren spreken. Hetgeen soms zeer vervelend, soms zeer gemakkelijk is. Zoo ook nu. Hij spreekt en ik word gepromoveerd tot familie van „Willem de Zwijger". De rutschbaan zegt: „we worden kampioen, mijnheer. U schudt uw hoofd? Spreek niet tegen, mijnheer! Pats!, mijnheer, zag u die, dat was een goal van Piet, (ter oriëntatie, we zitten bij Ajax N.A.C.), zoo maar uit zijn bloote hoofd. Die snaak toovert de doelpunten uit zijn vestjeszak, pardon uit den achterzak van z'n voetbalpantalon, als Bamberg indertijd cigaretten uit zijn neus. Het* geen mij voor consumenten niet zoo smakelijk leek. „Ik zei we wordenZag u weder dien goaleen beauty, mijnheer. Ik heb heel wat goals zien maken, heel wat voet* bal in mijn leven gezien, maar zoo één Ik zag Argentinië*Uruguay, Engeland*Italië, de kei waarmede de Brit Brook zijn land een 10 voorsprong bezorgde. Ik woonde in Rome de veld* slagen om het wereld*kampioenschap bij. Men ver* telde daar, dat de Duce in de finale, vermomd als Ferraris II, medegespeeld heeft. Het ging niet goed en u weet, als het daar niet goed gaat, dan doet hij het zelf. Hebt u niet die foto gezien, waarop hij in hoogst eigen persoon Spaghetti aan het zaaien was. Ging ook niet goedHier waagde ik het den zondvloed van mijn nieuwen vriend te stuiten, door op te merken: „Spaghetti"! Zeker mijnheersluit uw etensbakje Spaghetti, het kunnen ook bruine boonen geweest zijn. Over bruine boonen gesproken. De Duce vroeg mij te dineerenwe dronken een stevig glas en toen werden wij vertrouwelijk. Hetgeen meer voorkomt. Ik vertelde hem toen van het succes van Ma Braun's bruine*boonen*recept. Waarop hij mij uitlachte. Man zeide hij: „het is, dat wij ons aan het zwemmen niet zooveel gelegen laten liggen..."; ik dacht, vandaar jullie ietwat smoezelige teint, maar hield uit beleefdheid mijn mond maar anders. Schenk nog eens in, dan ga ik je wat verklappen. Prosit!, Weet jij waarom wij zoo goed voet* ballen? waarom wij wereldkampioen werden? Geheim*receptje verstaat het toch niet en goed klaarmakendaarvoor moet je een zoon uit het zonnige*Zuiden zijn, dus ik kan het je gerust vertellen. Spaghetti met een sauce van fior di pomodero, gekruid met piment*doux en je bent wereldkampioen. Dit is een recept, mijnheer geeft kracht, gezondheid en fighting*spirit vraagt onze ex*tegenstanders. Zij kunnen oor* deelen. Ik dacht bezoek onze ziekenhuizen Maar waar hadden wij het ook weer over O, ja, ik zei wij worden kampioen. Thuis krijgen wij nog R. C. H. en A. D. O. U begrijpt, dat is in de bus. Wonnen wij niet in Haarlem met 02 en in den Haag met 4—1, dus geen pijn in ons hoofd mijnheer. En dan dan komt „the topic of the season" FeyenoordAjax. Dat wordt een tita* nenkamp, een „big fight" zonder weerga. De heldenstrijd tusschen den Trojaan Hektor en den Griek Ajax in de grijze oudheid, is daarbij verge* leken een partijtje ganzebord geweest. Alleen wordt er geen bloed bij vergoten. In Rotterdam hoor je ook niets anders. Het is daar ook allemaal Feyenoord*Ajax. Ze hebben daar de Feyenoord* Ajax*holder. De melk*, schillen* en aardappelen* boer't is allemaal Feyenoord*Ajax. Een ob* sessie mijnheer. Waar je gaat, waar je staat, je leestenfin u kent dat. Maar dat wij winnenniet met mij eens mijn* heer? Absoluut! mijnheer. Hier hebt u de basis van mijn prognostiek. De achterhoede van Ajax sla ik hooger aan, dan die van Feyenoord. De beide halflinies ontloopen elkander niet veel, terwijl ik onze voorhoede beslist hooger taxeer dan die van onze tegenstanders en wonnen we thuis ook niet met 40. Mijnheer, ik voorspel u, we winnen met 31. Wij houden dit jaar de kampioenswedstrijden in ons eigen stadion. Trouwens, zijn wij dat niet verplicht tegenover onszelf? Bestaan wij 18 Maart niet 35 jaar? Je moet toch wel een doorgefourneerde saus* neger zijn, om jezelf bij zoo'n jubileum niet iets aardigs cadeau te doen. Maar ik zie het is 50 geworden, dus ik heb voor vandaag weer goals genoeg gezien. Ik ga er vast eentje nemen in dat restaurant van jullie, waar je nooit een behoorlijke plaats kunt krijgen. En zet dit nu maar in dat clubblad van je, want dat jij dit zult doen Mr. Brown, daarvan ben ik overtuigd. So long! De rutschbaan verdween in de menigte, terwijl ik hem verwonderd heb nagestaard. Rare kerel maar misschien heeft hij gelijk! BROWN.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1935 | | pagina 14