STADT-SCHANKE
A J A X CLUBNIEUWS - PAG. 129
1900 - 18 MAART - 1935.
LEIDSCHEPLEIN - TEL. 33072
Lunch f 0.75 Diner f 1.00
MAART speelt JONNY 2.,
LANG 14 Weener Dames
MATINEE en AVONDCONCERT
Onze vereeniging bestaat 35 jaar en als mede?
werker van ons cluborgaan grijpen wij deze ge?
legenheid dan ook gaarne aan om door middel van
dit nummer een steentje bij te dragen bij de
viering van ons zevende lustrum.
Vijf en dertig jaren, het is een groot aantal voor
een voetbalvereeniging en dan nog springlevend
midden in de voetbalbeweging te staan, heeft zeer
zeker heel wat werk vereischt, zoowel van spelers?
als van bestuurszijde, en nog steeds moet er heel
wat werk verzet worden om op de plaats, waar wij
thans staan, te blijven. Het is in dit bestek on?
doenlijk u zelfs maar in korte trekken, een beeld
van de afgeloopen 35 jaren te geven. Wij zouden
dan ongetwijfeld een respectabel boekwerk kun?
nen vullen.
In het eerste nummer van dezen jaargang geeft
onze secretaris u een statistiek, die aan duidelijk?
heid, wat onze prestaties in de achter ons liggende
jaren betreft, duidelijk taal spreekt. Negenmaal
kampioen van de Westelijke eerste klasse en vijf?
maal kampioen van Nederland, waarvan éénmaal
zelfs ongeslagen, dit zijn toch wel successen waar?
op iedere vereeniging terecht trotsch mag zijn. En
thans hebben onze jongens wederom een plaats
op de ranglijst veroverd, die ons toch wel eenige
hoop geeft voor een tiende kampioenschap van
het Westen. Wim Volkers en zijn mannen mogen
ons bij deze gelegenheid toch niet teleurstellen.
Verder werden nog een groot aantal successen
geboekt in vriendschappelijke wedstrijden in
binnen? zoowel als buitenland, en het is mede aan
laatstgenoemde toeren te danken, dat onze ver?
eeniging zich in het buitenland een goeden naam
heeft verworven. De besturen, welke wij in de
voorbije jaren hebben gehad, hebben nimmer ge?
schroomd de sterkste clubs als tegenstander te
aanvaarden, waardoor veel werd geleerd wat later
de vruchten afwierp.
Gaan wij thans na hoe onze vereeniging in den
loop der jaren is gegroeid, dan zien wij in de eerste
jaren een voetbalveld aan den overkant van het IJ,
waarna het oude veld in de Watergraafsmeer werd
betrokken. Op dit veld zijn groote triomphen ge?
vierd, doch wij hebben er ook wel tegengeslagen
gehad. Het zijn ongetwijfeld deze tegenslagen ge?
weest, die destijds allen hebben geprikkeld tot
grootere activiteit. Deze activiteit en de gedurende
jaren betrachte zuinigheid stelde onze vereeniging
kort geleden in staat zich een terrein met accomo?
datie aan te schaffen, welke wel uniek in Nederland
is en zeker ook in vele omliggende landen. Dit
werk, bijna geheel opgebouwd uit eigen middelen,
mag toch wel een bekroning zijn van vijf en dertig
jaren noesten arbeid, zoowel van spelers als
bestuur.
Men zegt wel eens, dat het ons naar den
vleesche gaat, maar men vergeet dan er bij te
zeggen, dat allen, die hiervoor werken, steeds tot
het uiterste gespannen zijn. Het mag toch zeker
bekend verondersteld zijn, dat ons eerste elftal
steeds genoodzaakt is het beste te geven van haar
kunnen, want stuitten onze jongens niet altijd op
grooten tegenstand, zoowel in de provincie als op
ons eigen veld? Week in week uit trainen onze
jongens, weer of geen weer onder de beproefde
leiding van onzen Jack Reynolds om het bereikte
spelpeil te handhaven, en zoo mogelijk op te
voeren. Mede hierdoor is er vanaf 1919 bijna geen
Nederlandsch elftal geweest, waarin niet een of
meer spelers van onze vereeniging waren opge?
steld. Men zie slechts de lijst van internationals in
het tweede nummer van dezen jaargang, moei?
zaam samengesteld door onzen ijverigen scriba
Jan Elzenga.
Wij allen zijn ongetwijfeld trotsch op hetgeen
onze club tot heden in de voetbalgemeenschap
heeft gepresteerd, maar het stemt ons eveneens
tot nadenken. Wij hebben, gesterkt door een vijf
en dertigjarige ervaring, de duurzame plicht dit
alles te handhaven en zoo mogelijk op nog hooger
plan te brengen.
Meer dan ooit dienen wij thans met verdubbelde
energie aan het werk te trekken. In onze ver?
eeniging is geen plaats voor pietluttigen en
kankeraars. Na deze generatie komt een andere
en deze moet reeds thans bezield zijn om datgene
te geven wat in een groote voetbalorganisatie ver?
langd wordt. Niet dat gezonde critiek achterwege
moet blijven. Als je blieft niet, want zonder dat
zullen wij er ook niet komen, maar medewerking