PAG. 106 - A J AX CLUBNIEUWS
INTERNATIONALE VERZEKERING
MAATSCHAPPIJ TEGEN ONGELUKKEN
SLUIT
Ongevallen-Verzekeringen
Vraagt Uw clublid JOOP PELSER
mmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm
Of wij er iets voor voelen, ook een vraag, net
of wij niet benieuwd zijn, om eens iets naders
omtrent den toestand van onze sympathieke spil
te vernemen. „Accoord Marius, wij nemen je voor*
stel aan".
Binnen vijf minuten hebben wij een op het oog
keurig wagentje gecharterd, op het oog zeg ik,
want eenige honderden meters voor het opge*
geven adres, blaast het vehikel de laatste adem
uit en zijn wij genoodzaakt verder te wandelen.
Gelukkig brand bij Wim het licht nog en durven
wij op het betrekkelijk late uur aan te bellen,
mevrouw Anderiessen doet open en noodigt ons
direct uit binnen te komen. Haar gezicht is
vroolijk, hetgeen in barometertaai zooveel wil
zeggen als: „mooi weer". In ieder geval zal het dus
niet slecht zijn.
In de huiskamer is nog meer visite en de hoofd*
oorzaak van ons late bezoek troont welgemoed in
een luien stoel, getooid in een eenigszins luchtig
zittend pyama*jasje.
Voor wij iets hebben kunnen zeggen, heeft Wim
reeds het woord genomen: „verdikkie, dat is lollig,
dat jullie mij even komt opzoeken, het is altijd
prettig bekenden te zien. Piet v. Reenen is juist
weg, en van de week zijn Jan Diepenbeek en Jan
Schubert er ook al geweest".
„Mooi, prachtig Wim, je hebt gelijk, het is
fijn, dat de jongens met je meeleven, maar hoe
maak je het eigenlijk", meenen wij te moeten
interruppeeren.
„O, maak je daar geen zorg over, mij gaat het
uitstekend, ik had vandaag al willen werken, maar
toen ik vanmorgen bij den dokter was, vond hij
het beter, dat ik nog een paar dagen rust hield, een
lichte verhooging of iets dergelijks, de wond is
echter weer bijna genezen, dus reken er maar vast
op, dat jullie mij weer spoedig ziet verschijnen".
„Niets liever dan dat Wim, maar Zondag als
wij vriendschappelijk tegen Go*Ahead spelen,
moet jij maar rustig thuis op je „Cetem" wachten,
de zaak moet nu eerst even voor honderd procent
aan den kant zijn".
„Als het even kan, kom ik kijken", ant*
woordde Wim, om dan weer voor zichzelf te ver*
volgen: „maar dan Zondag over een week tegen
A.D.O., dat kan een zware worden, dat zijn van
die partijtjes waar je zoo verduveld mee op moet
passen, zoo een wedstrijd waarvoor je alles moet
geven, anders kom je er niet. Jou James, kan je
niet rekenen, jij zou er als een duivel boven op
zitten, maar je weet zulke krachtspelers bestaan
er maar weinig".
Laat ik u even vertellen, dat dit laatste met een
lachend gezicht gezegd werd, en met rede, Wim
scheen van plan te zijn mij even op de kast te
jagen, maar op mij kreeg hij geen kans.
„Daar heb je gelijk in Wim", antwoordde ik,
maar je weet, krachtspelers heeft Ajax niet noodig,
wat wij wel noodig hebben is enthousiasme en
daarover hebben we bij ons eerste elftal op het
moment geen klagen, vooral niet als de jongens
weten dat ze er jou een plezier mee doen. Als jij
niet mee doet, zou het toch majesteitschennis zijn
om verdikkie een punt aan de tegenpartij te
laten".
„Dat is waar, maar het is nog heelemaal niet ge*
zegd, dat ik dien wedstrijd niet mee speel".
Op dit moment meende Koolhaas het onderhoud
te moeten beëindigen. „Dit laatste Wim, zullen
wij maar aan den dokter over laten, in ieder geval
zien we, dat het aan jou niet zal liggen, en wat
meer zegt, jou stemming bewijst ons, dat het
ergste leed alweer geleden is en dat je weer spoedig
tusschen je medespelers zal staan, om ons te
helpen aan het zoo zeer begeerde kampioenschap.
Wim, namens geheel Ajax, een spoedig en alge*
heel herstel".
Natuurlijk hebben collega Koomen en onderge*
teekende zich bij dezen wensch aangesloten, en
stonden wij even later weer op het bevroren
plaveisel.
Daar wij geen afspraak hadden gemaakt, dat
Koolhaas den terugrit ook zou financieren,
moesten wij naar huis wandelen, en kon ik'snachts
mijn bevindingen nog even neerpennen. Rede
temeer, om onze spelers te verzoeken nooit
blessures meer op te loopen.
JAMES.
tot concurreere nde premiën
VAN TUYLL VAN SEROOSKERKENPLEIN 43, AMSTERDAM-Z.