VAN BOERENHOEVE TOT AJAX-STADION.
PAG. 74 - A J A X CLUBNIEUWS
mmmmmmmm/mmmmmmmm
Laat ons allemaal eendrachtig
Werken voor ons Rood en Wit,
Ajax moet ons Stokpaard blijven,
't Houdt je energiek en fit,
En als de krant een kwart eeuw oud is,
Hè, Adé, als dat eens kon,
Een cliché in 't jubileumnummer
Van het Ajax Stadion.
Dat waren de woorden van Tric*Trac, aan het
slot van een artikel, opgenomen in ons clubblad
van 3 Dec. 1931, bij de herdenking van het 15*jarig
bestaan van ons clubblad.
Als de krant een kwart eeuw oud is een foto
van het Ajax*stadionons dunkt Jan Schoei
vaart is op z'n wenken en ver binnen den levertijd
bediend.
Van de tien jaar die Jan ons gaf om een foto
van het Ajax*stadion te leveren, zijn er nog maar
drie verstreken èn de foto èn het Ajax*stadion zijn
er. En blijkens den termijn van 10 jaar, door Jan
Schoevaart 3 jaar geleden gesteld, heeft het ook
hem nog overrompeld, dat het in laatste instantie
zoo snel is gegaan.
Inderdaad, toen we na den wedstrijd tegen
Stade Francais, in ons eigen restaurant, in ons
eigen Ajax*kasteel, aan een feestdisch zaten,
konden we ons ternauwernood realiseeren, dat de
droom werkelijkheid was geworden.
Van boerenhoeve tot Ajax*stadionhet is een
langen en toch ook weer een korten weg geweest.
Lang is de voorbereiding geweest, het overleg met
de gemeente Amsterdam en het bijeensparen van
het noodige geld. Kort heeft daarentegen de uit*
voering van het plan geduurd. In Februari stond de
boerderij en de boomgaard nog, op wat nu ons le
veld is, in tien maanden tijd is ons Ajax*stadion
verrezen, als resultaat van vele samenwerkende
krachten, als symbool van wat clubgeest, spel*
kwaliteit en organiseerende kracht vermogen, als
zij samengaan met het groote ideaal, het clubbe*
lang voor oogen.
Het Ajax*stadion staat er, en wat voor een
stadion! „Plus je vis a l'étranger, plus j'aime ma
patrie", zeggen de Franschen en wij Ajacieden ver*
talen het: Hoe meer ik op andere velden kom, des
te meer houd ik van het onze.
Hier een beschrijving van het Ajax*stadion te
geven is wel overbodig, wij weten allen hoe het is,
hoe mooi het is en hoe gezellig. Hier nog eens ver*
tellen hoe Roodenburgh, geleid door vakmanschap
en clubliefde, steen, zand, grint, boomen en